Het voormalige Bonenpad refereert aan de De “Transvaalse oorlog”, -de boeren-oorlog in Zuid-Afrika-welke omstreeks de eeuwwisseling plaats had. Door de vele immigranten van Nederlandse afkomst werd ook in Nederland intens mee-beleefd. Het zal toen dan ook uit sympathie voor de boerenvrijheids- strijders zijn geweest dat vele straten in Dreyen (deze wijk kwam ongeveer in dezelfde periode tot ontwikkeling) namen van boeren-generaals kregen. Of dat in deze tijd nog zou gebeuren valt te betwijfelen.
Transvaal, vroeger een zelfstandige staat in de Boeren-republiek, werd na de oorlog van 1899-1902 deel van de Unie van Zuid-Afrika.
Oosterbeek – Taludweg
Het talud (glooiing van aardwerken) werd gegraven ten dienste van de in 1845 gereed gekomen spoorbaan Utrecht-Arnhem (zie Stationsweg). Het omvangrijke graafwerk, dat nog weinig mechanische hulp ten dienste stond, was een zwaar en langdurend karwei. De voor het zand-transport vereiste paardenkracht moest nog metterdaad door paarden worden geleverd. Veel dieren zijn daarbij bezweken en op een speciaal kerkhof begraven.

Oosterbeek – Strodorpsweg
De vaak met stro gedekte arbeidershuisjes in deze omgeving gaven de volksmond in vroeger tijden aanleiding om over het Stroodorp te spreken.
Oosterbeek – Stortweg
Naar de gemeentelijke vuilnisstortplaats die aldaar gevestigd is geweest.
Oosterbeek – Steynweg
De Steijnweg wordt in Oosterbeek geschreven met een “IJ” in plaats van de gewenste ” Y”.
Marthinus Theunis Steyn (1857-1916) volgde het gymnasium te Deventer en studeerde daarna rechten in Leiden en Londen. Terug in de Oranje Vrijstaat vestigde hij zich als advocaat in Bloemfontein en werd in 1889 benoemd tot procureur-generaal aan het hooggerechtshof van de Oranje Vrijstaat en daarna als rechter. Hij won de presidentsverkiezing in 1896 en werd daarmee de zesde en naar later bleek de laatste president van de Oranje Vrijstaat. Hij zou deze functie tot 1902 bekleden. Aan de vooravond van de Tweede Boerenoorlog, sloot Steyn een bondgenootschap met Transvaal om samen tegen het Britse rijk op te trekken. Toen de Britten Bloemfontein innamen, vluchtte Steyn met zijn regering en speelde een sleutelrol bij het voortdurende verzet van de Boeren en hun guerrilla-acties. Steyn werd beschouwd als een van de meest onverzettelijke leiders van de Boeren. In juli 1902 vertrok hij naar Europa, waar hij tot 1904 zou blijven. Nadat hij een eed van trouw aan de Britse kroon had afgelegd keerde hij terug naar Zuid-Afrika. Steyn stierf op 28 november 1916 tijdens een toespraak voor een vrouwenvereniging in Bloemfontein. In Deventer werd in 1922 een standbeeld voor Marthinus Steyn opgericht.



Op het adres Steijnweg 22, op de noordhoek van de Transvaalstraat, bevond zich vanaf 1900 pension “Boschlust”, geëxploiteerd door J. K. Langelaar. In 1905 was het een herstellingsoord voor minderbedeelde mannen, dat werd geleid werd door J.C. Coenen. In die tijd heette de Steijnweg nog Nieuwe Stationsweg.




En nog een gerenommeerde middenstander die de wijk bediende.






