Het Drielse Veer heeft eeuwenlang een belangrijke verbinding gevormd tussen de Zuid-Veluwe en de Betuwe. Tot 1470 deed het o.a. dienst als kerkschip, ten behoeve van Drielse parochianen die de Oosterbeekse kerk bezochten (zie Kerkpad), ook in later tijden had de veerbaas veel klanten. Hij deed heel goede zaken toen in 1843 het Nederlandse leger de Rijn overstak. Voor kanonnen, bespannen met acht paarden beurde hij 11/2gulden, voor een kruitwagen met acht paarden één gulden en voor een legerwagen van officieren 80 cent. Ook tijdens de 2e wereldoorlog heeft “het leger” het belang van deze oever-verbinding ingezien. Ditmaal met dramatische gevolgen. Van de Pool- se Parachutistenbrigade die 21 september 1944 bij Driel werd neergelaten kwamen er velen om het leven. De Duitsers hadden de veerpont reeds vernietigd en op de Westerbouwing versterking en aangebracht. Slechts een 200 Polen wist met kleine bootjes de ingesloten Airborne divisie aan de overkant te bereiken. Na de kanalisatie van de Rijn (ca. 1965) is het Drielseveer slechts als voetgangersveer tussen de Betuwe en de Veluwezoom in gebruik.
Op een afbeelding van rond 1905 staat de Oosterbeeksche Schietvereniging op het erf van Veerweg 3 met op de achtergrond de villa “Klein Doornik” (gebouwd 1879) met rechts daarnaast het kort daarvoor gebouwde pand Benedendorpsweg 202-204 (1902). De gasfabriek is op de foto nog niet zichtbaar maar zou kort daarna aan het Kerkpad verrijzen.
Schrijf een reactie