De schilders die in de negentiende eeuw Oosterbeek en omgeving aandeden werden door de schilderachtigheid van het Kerkpad aangetrokken. Zo legde de zoon van de schilder Abraham Hulk, Hendrik Hulk het Kerkpad in 1898 vast.
Het pad dat van het Drielse veer(weg) recht streeks naar de oude Hervormde kerk leidt. Vooral in de 15e eeuw gold voor de Drielse parochianen deze kortste weg als kerkpad. Toen Driel nog geen eigen kerk bezat (het kreeg deze eerst in 1470) werd in Oosterbeek gekerkt. Het veer is lange tijd kerkelijk bezit geweest.
Nabij het Dennenoordpark treffen we een plek waar ooit de watermolen van Hooijer (vrouw Gerritsen) stond. Maria Vos legde de omgeving en watermolen in tekeningen vast.
Bij de nog steeds bestaande vijvers zuidelijk van het Dennenoorpark stond tot 1860 de watermolen van Hooijer. Deze werd door de Amsterdamse bankier Fock afgebroken bij de bouw van de villa “Villa Nova”, het latere Dennenoord, een door de schilders van de Oosterbeekse School, met name J.W. Bilders, met afschuw geconstateerde verarming van het landschap.
Rond 1905 wordt aan de jhr. R. W. van der Does door de gemeente Renkum een concessie gegeven voor het oprichten van een gasfabriek ten noorden van het Kerkpad, tegenover het landgoed de Hemelse berg, zeer tot ongenoegen van Ursula Kneppelhout- van Braam. Zij staakt haar verzet als gedreigd wordt met een andere locatie waaraan voor de inwoners hogere gasprijs gekoppeld is.
Schrijf een reactie