Een heldere hemel, waaraan stil de sterren stonden koepelde zich over de bosschen van den Hemelsche berg. Zwart glimmend lag daar de eendjesvijver te midden van de eerbiedwaardige oude boomen. Het eindeloze hemelgewelf weerspiegelde in het water en gaf hieraan een onmetelijke diepte. Zacht gleed het silhouet van een eendje door de luchtspiegeling van de schijnwerpers. Hier heerschte rus, een volmaakte rust. Zelfs de wind durfde de stilte niet verstoren en het eendje roeide zóó voorzichtig, dat er geen golfje het roerloze water in beweging bracht. Daar aan den overkant van den vijver was het toneel waar de legende van St. Bernulphus gespeeld werd. Als plaats van opvoering had bezwaarlijk een beter terrein gekozen kunnen worden dan deze open plek met daarachter de donkerte der bosschen.
Van hieruit kwam de gregoriaansche zang over het water zweven, terwijl pastoor Bernulphus mijmerde in den pastorietuin over zijn plannen om kerken te bouwen. Hij schrikt op als plotseling een rijk uitgedoste ridder hem de komst van Keizer Koenraad met keizerin en groot gevolg komt melden. Nog staat hij perplex als de schittering van de vorstelijke personen en hun gevolg zichtbaar wordt en het licht vonkt in de glimmende lansen en schilden.
De buitengewoon fraaie costumes leverden een wondermooi kleurenspel op dat tegen den achtergrond der felbeschenen boomkruinen en weerkaatst in den vijver een fantastisch mooien sprookjesachtigen aanblik bood. De bewoners van Oosterbeek hebben eendrachtig samengewerkt om deze legende, hun legende, zoo zuiver mogelijk ten tonele te voeren. Het resultaat van deze samenwerking is een spel geworden dat omhoog voerde in de sferen van een mooie liefelijke legende. Met enthousiasme heeft ieder der spelers zich aan zijn rol gegeven en de opvoering droeg dan ook het stempel van groote toewijding. Vooral de figuur van den pastoor werd zeer goed uitgebeeld.
De gondelvaart met verlichten gondel over den vijver was een lust voor het oog.
De toeschouwers toonden zicht door een hartelijk applaus dankbaar voor het gebodene. Onder hen merkten wij op den burgemeester den heer J.J. Talsma, den gemeentesecretaris G Kuit en de beide Wethouders, de heeren jhr. J. Beelaerts van Blokland en A. Koning.
(15-08-1939 – Dagblad De Tijd)
Schrijf een reactie