Wasserij Campman wordt Fa. J.A. van Hofwegen
De oorsprong van Wasserij Van Hofwegen aan de Zuiderbeekweg gaat terug naar het bovendorp van Oosterbeek. In gebied tussen het Bernulphusklooster en het Zaaijerplein woonde de Familie Campman. Eerst was Joannes Campman koetsier, maar later dreef hij, samen met zijn vrouw Joanna Maria Campman van 1871 tot 1891 ook een wasserij/blekerij.
Er was in het bovendorp geen beek, dus het water kwam uit een put van liefst 32 meter diep. Later, na de verhuizing van de Wasserij naar het Benedendorp, ging de Familie Hofstede in deze kleine boerderij wonen. Na de oorlog is die put gedempt met de resten van deze verwoeste boerderij. Nu is het een deel van “de oude Kloostertuin”.
Verloving
De dochter van Campman, Joanna Maria kreeg kennis aan Johannes Antonius van Hofwegen in Herberg Campman in Renkum. In het bedrijf van haar oom hielp ze mee en kwam daar haar latere echtgenoot tegen. Ze trouwden op 31 januari 1891.
De vader van J.A. van Hofwegen was in Gouda eigenaar van “Kleederbleekerij De Blauwe Haan”. Dus het was niet vreemd dat Johannes Antonius ook eenzelfde weg insloeg.
Verhuizing naar locatie aan de Ploegseweg
J.A. van Hofwegen kocht op 20 augustus 1891 ‘een perceel bouwland achter de gemeenteschool te Oosterbeek, Kadastraal sectie D nummer 2187 groot 13 aren en 75 centiaren’. De verkoper was de landbouwer Evert Snijder uit Oosterbeek, die het land voor 600 gulden van de hand deed.
Aan de huidige Zuiderbeekweg groeide het bedrijf in de jaren daarna zowel in omvang (land en gebouwen) als in personeel en klantenkring. Regelmatig moest een nieuwe vergunning worden aangevraagd.
Kleren Duitse krijgsgevangenen worden gewassen
Johannes Antonius was een handig zakenman. Tijdens de Eerste Wereldoorlog waste hij ook de kleren van de Duitse krijgsgevangenen (manschappen-onderofficieren) aan de Duitsekampweg in Wolfheze en waarschijnlijk ook van de Officieren die in Oosterbeek in de Villa Eikenhorst verbleven (Utrechtseweg – Locatie Overdal).
Zijn beide zoons namen gaandeweg het bedrijf over en kregen na de Eerste Wereldoorlog te maken met problemen rondom het afvalwater van de Wasserij. De eigenaresse van de sloot (Weduwe van Eck van Landgoed Mariëndaal) zorgde er uiteindelijk voor dat de twee broers een afvoerpijp op eigen kosten moesten aanleggen van de wasserij naar de Rijn.
Nieuwe bestelwagens en wateroverlast
Het ging goed met het bedrijf en er werden diverse T-Ford bestelwagen gekocht. De paarden gingen terug naar de wei.
Een probleem waar zelfs we zelfs in 2015 nog mee te maken hebben zorgde ook bij de Firma Hofwegen voor hoofdbrekens. Bij stevige regenval liep al het water van het bovendorp via de Weverstraat naar beneden en vervuilde zo óók de Zuiderbeek. Daarom moest men een grote put graven (4 meter breed), waarin op 20 meter diep een stoomgemaal kwam. Er kwam een ondergrond reservoir van liefst 150000 liter.
Groei en eerste Chemische Wasserij-Stormerij
Wasserij Hofwegen was de grootste wasserij in de regio. Er werkten een kleine honderd mensen en men verstookte liefst 9 ton kolen per week voor de stoommachines.
In 1938 werd (uniek) ook gestart met een stomerij-chemische wasserij.
Slag om Arnhem en daarna
De eerste oorlogsjaren kwam men redelijk goed door. Er was vaak gebrek aan brandstoffen, zeep en benzine, maar het lukte om te blijven draaien.
Tijdens de Slag om Arnhem werd de wasserij ingenomen door een kleine honderd soldaten van de South Staffords. Op 20 september kwam de wasserij onder vuur te liggen. De 21ste reden de soldaten weg, maar lieten een 40-tal scherpe granaten achter. Door brand in de dagen erna zorgden die voor een grote ontploffing. Ook in de maanden daarna kreeg het bedrijf vaker te maken met inslaande granaten.
Na de oorlog was het bedrijf geheel verwoest. De overheid zorgde wel voor steun bij de herbouw van woningen, maar de fabrieksrestanten werden gebruikt om de Heveafabriek weer op te bouwen. Dat had prioriteit.
Wederopbouw op kleinere schaal
In 1948 kon begonnen worden met de herbouw van de Wasserij. Deze was een stuk kleiner. Men maakte gebruik van gereviseerde ketels en allerlei materiaal van andere failliete wasserijen in het land.In februari 1949 kon de fabriek weer open. Het was niet gemakkelijk, maar de familie was al vaker creatief omgegaan met tegenslagen.
Toen in 1953 de Zuiderbeekweg werd aangelegd werd bij diverse omwonenden grond onteigend.Ook de Firma van Hofwegen moest 650M2 afstaan voor liefst 50 cent per M2.
Nieuw Zeelander J.A. van Hofwegen Jr. gaat door
De opvolging in het bedrijf leek eerst lastig, maar het lukte om een neef uit Nieuw-Zeeland over te halen om de bedrijfsvoering over te nemen. Op 1 november 1955 ging deze J.A. van Hofwegen Jr. op 29 jarige leeftijd aan de slag.
Met de bekende inzet van de van Hofwegens zorgde deze er in de volgende decennia voor dat het bedrijf bleef floreren. Uiteindelijk werd het bedrijf verkocht bij gebrek aan opvolging in de familie.
Toen J.A. van Hofwegen Jr. in 1991 65 jaar werd, stopte hij als mede-directeur. Nico Lamme uit Nederhorst ten Berg was toen alleen verantwoordelijk als eigenaar.
Schrijf een reactie