Hotel Vreewijk, links, met rechts op de achtergrond de villa “Merlet” met aan de straatzijde een fraaie aangebouwde serre. het was het woonhuis van de artsen Adriani en Onderwater sr.
De villa “Vreewijk” wordt in 1873 onder de naam “Nieuwerhoek” gebouwd door de Amsterdamse aannemer J.D. Altmann. Hij woont dan op het schuin aan de overkant van de Utrechtseweg gelegen “Oosterpark” dat hij had gekocht van C. P. van Eeghen die “de Pietersberg” bewoonde. Hij heeft zicht op het tegenover “Oosterpark” gelegen perceel aan de zandweg over de Dreijen (huidige Stationsweg). Hij koopt het aan en bouwt er voor zijn zoon “Nieuwerhoek”. Vrij snel na de bouw verkoopt hij het door aan Jacobus Lebret. Als deze in 1880″de “Dennekamp” koopt van J. H. Loopuyt en wordt “Vreewijk” verkocht aan Pieter Nicolaas Muller die het door verkoopt aan Hilmer Uloth, afkomstig uit Amsterdam. Na zijn overlijden trouwt zijn weduwe Bertha Anna Louise Ooms met dr. Cornelis de Vlaming en wordt het huis herdoopt in “Bertha”. Zij laten een koetshuis bouwen behorende bij “Bertha”, vreemd genoeg aan de Paasberg, de latere garage Sukkel. In 1898 koopt Casper Louis Reuvens (z.a.) “Vreewijk” en na zijn dood in 1915 woont zijn weduwe er tot 1919. In 1919 en 1920 woont jhr. Hendrik Gerard van Holthe tot Echten op “Vreewijk”.Hij heeft dan echter een 130 ha. groot landgoed gekocht, het landgoed Hoog- Oorsprong nabij de kop van de Wolfhezerweg. De architect De Bazel zet er een fraai buitenhuis op.
In 1921 wordt “Vreewijk” verkocht aan Frederik Adriaan Meijneken, die het snel door verkoopt aan de NV. “Gemeenschappelijk Eigendom Maatschappij tot Exploitatie van woon- en winkelhuizen” uit den Haag. Deze verkoopt het door aan Hendrik Jan Locht die er een hotel- restaurant in begint. Locht was toen al pachter van het hotel “de Doornenkamp” aan de benedendorpsweg.Op 15 augustus 1927 breekt er een brand uit in het hotel en loopt het flinke schade op. Bij de restauratie krijgt het pand een verhoogde kap. In 1930 legt Locht een kegelbaan (ook te gebruiken als schietbaan) aan en wel in een aanbouw aan de noordzijde. Op 8 oktober 1936 verkoopt Locht het hotel aan Jan Kooij, een kennis van de plaatselijke hotelier Cornelis Ogterop.Op 10 december 1940 overlijdt Kooij en wordt hij begraven op het St. Bernulphus kerkhof. zijn zoon Jan jr. neemt het directeurschap op zich en zal tot 1980 leiding geven aan het hotel. Dan komt het in handen van Bouwé Beheer BV. Zij gebruiken het pand 10 jaar en verkopen het dan aan de afvalverwerker Spitman B.F.I. Na enige wisselingen van eigenaar komt het in 1999 in handen van E.H.J. Hanselman die het in de gelijknamige groep onderbrengt.
Schrijf een reactie