Het eerste hotel van Cornelis Ogterop, de Tafelberg.
Pieter van der Kuil
In 1902 wordt de kostschool de Tafelberg gesloten en het gebouw aangekocht door de NV. l’ Union, Maatschappij tot exploitatie van Hotels en Restaurants te Haarlem. Tot de hotels die zij exploiteerde behoorden ook het Grand Hotel Royal te Scheveningen en café-restaurant Musis Sacrum op het Velperplein in Arnhem.
Het pand wordt in de winter van 1902/1903 grondig verbouwd en in het voorjaar al in gebruik genomen als Grand Hotel. Het dorp had zeer uitgezien naar deze vestiging daar het voor de plaatselijke middenstand een belangrijke vergroting van de omzet met zich mee zou brengen.
Al snel ging het bericht door het dorp dat in een pension aan de Annastraat “ een keurig gekleed jongmensch”, was neergestreken, Cornelis Ogterop.De dorpsroddel liet hem, dan eens uit Parijs, dan weer uit Londen komen. Ogterop was door de eigenaar van het hotel aangesteld als gérant en gaf leiding aan 11 medewerkers.
Doordat men vanaf de opening veel deed aan verspreiding van de naam van het hotel middels prospectie lag de bezettingsgraad vanaf de opening onmiddellijk hoog. Men sprak in de eerste prospectus van een “ Een hotel van den eersten rang”.
Daar het dorp Oosterbeek nog geen waterleiding had werd het benodigde water “ door elektrische beweegkracht” naar een op de bovenste verdieping gelegen reservoir gebracht en daar vanuit via buizen door het gehele hotel gevoerd. Daarmee was de Tafelberg het eerste hotel in de omgeving die de lampetkannen van de kamers haalde.
“Een gemakkelijke trap voert naar de eerste etage, waar zich vele ruime frisse slaapkamers bevinden, de meeste met een balkon van waar men een heerlijk uitzicht heeft over de omstreken. Ook op de eerste etage een ruime badkamer waar men warme en koude baden nemen kan. En dan op de tweede verdieping ook nog verscheidene aardige kamertjes.
De mooie tuin is beplant met hoog opgaande bomen onder welke des zomers, bij grote hitte, heerlijk koele beschaduwde plekjes zijn. Gemakkelijke stoelen nodigen er tot zitten uit. Twee grote electrische booglampen zijn aangebracht, welke des avonds een fantastisch licht door de tuin verspreiden. Bij het hotel behoort ook een uitgestrekte moestuin. Juist voor het hotel is een bank geplaatst, vanwaar men een prachtig vergezicht heeft over de Betuwe met de torens van Elst en Nijmegen in het verschiet, terwijl op de voorgrond zich tussen hoog geboomte het lief gelegen kerkje van Oosterbeek verheft.”
Het wandelgebied in de onmiddellijke omgeving van het hotel droeg natuurlijk ook bij aan de hoge bezettingsgraad. De vrije wandeling op de Pietersberg, Hemelsche Berg en Oorsprong trokken gasten die vooral op rust, met een dagelijkse wandeling door de fraaie omgeving, gesteld waren.
Inmiddels was in 1904 de NV. Hotelmaatschappij de Tafelberg opgericht. Reden hiervoor was het faillissement van l’Union. Op 15 februari 1905 bewilligde koningin Wilhelmina in de oprichting van de nieuwe NV. Vanaf dat moment is de ondernemende Ogterop directeur.
Nadat in 1926 door de N.V. de Tafelberg de Bilderberg van de gemeente Renkum was gekocht verlegt Ogterop gaandeweg zijn aandacht van hotel de Tafelberg naar de Bilderberg.De groeimogelijkheden op deze locatie zijn beduidend beter dan op de Tafelberg, zodat daar vernieuwingen niet meer worden doorgevoerd, met als gevolg dat het hotel wat achterop raakt bij de andere in Oosterbeek liggende.
Op een foto, in 1927 gemaakt ter gelegenheid van het 25 jarig bestaan van hotel de Tafelberg, lijken de familie Ogterop en het overig personeel van de Tafelberg de naderende impasse rond het hotel te voorvoelen.
In 1931 stelt Ogterop resoluut vast dat een voortvarend beleid, gericht op vernieuwingen zodat de continuïteit van het hotel verzekert is, niet langer mogelijk is en hij besluit dit onderdeel van de Mij. N.V. de Tafelberg te verkopen. Met de verkoop wordt ook de naam van de N.V. veranderd, zoals we bij de beschrijving van de geschiedenis van hotel de Bilderberg zullen zien.
De nieuwe eigenaar F. A. Mallée heeft evenwel grootse plannen met de Tafelberg en laat een grondige verbouwing uitvoeren.
De geschiedenis van de opbouw van een hotelketen.
De ombouw van kostschool naar hotel van de Tafelberg, smaakte Ogterop naar meer. In 1909 wordt in Heelsum de voormalige kostschool “ ’t Huis Heelsum” gehuurd en als hotel-pension ingericht. Zeer tot genoegen van Ogterop benoemde de raad van commissarissen, onder het presidentschap van Mr. J. Spoor, Mej. E. J. Lüschen tot directrice. Zij zou zijn latere echtgenoot worden.
In 1910 wordt door de N.V. Ter Spijt van W. C. van Heutsz, gehuwd met de Baronesse J. H. G. van Brakell van Doorwerth, de oude uitspanning Wolfheze gekocht. Zij breken de oude uitspanning af en vervangen deze door een nieuw hotel Wolfheze.
De expansiedrang van Ogterop kent geen grenzen en in 1910 huurt hij van Van Heutsz een perceel grond aan de Utrechtseweg tegenover de Wolfhezerweg, thans onderdeel van het landgoed Hoog-Oorsprong. Ook hier heeft hij een hotel gepland hetgeen aangeeft dat het toerisme naar Oosterbeek en omgeving een grote vlucht had genomen. Tevens zou het het bewijs kunnen zijn dat Ogterop in feite streefde naar een monopolie in Oosterbeek en omgeving op het gebied van het hotelwezen. De financiële draagkracht van de NV. werd door hem echter overschat en in 1912 verkoopt hij het perceel weer door aan Jhr. H. van Holthe tot Echten die ook het landgoed de Hoog-Oorsprong van de erven Van Brakell had gekocht.
Inmiddels is Ogterop getrouwd met zijn mededirectrice Mej. Lüschen uit welk huwelijk op 5 april 1912 zijn latere opvolger zoon Cornelis Herman Ogterop wordt geboren. Het familiearchief vermeldt, niet zonder enige trots: “ in kamer 33 van de Tafelberg-dépendance.” Met deze geboorte en de nog immer toenemende bedrijvigheid in Oosterbeek en Wolfheze besluit Ogterop de exploitatie van “ t Huis Heelsum” te staken; dit hotel-pension was dus slechts van 1909 tot 1913 onder de bezielende leiding van de familie Ogterop.
Het idee van uitbreiding van horeca-activiteit laat hem niet los. In 1914 koopt hij van de in 1879 opgerichte Arnhemsche Tramweg- Maatschappij het voormalige tramhuisje van de paardentram, halte Velperplein in Arnhem. De A. T. M. had in de zomer van 1912 de laatste paardentramlijn opgeheven. Ogterop laat het huisje met zorg afbreken en op de oostkant van de kruising Wofhezerweg met de Utrechtseweg weer opbouwen en inrichten als theehuis. De grond hiervoor had hij gekocht van W. C. van Heutsz.
Het goed lopende hotel Wolfheze, door Ogterop tot dan toe gehuurd van de N.V. Ter Spijt, koopt hij in 1915 en tevens besluit hij, een jaar later, het zojuist verbouwde hotel Dreijeroord te huren van de eigenaar, Matthijs Sanders.
Voorts koopt de N.V. in dat zelfde jaar maar liefst 168 ha. grond in de Wolfhezer bossen met oog op vrije wandeling voor toeristen, een voorwaarde voor een gezonde exploitatie van het hotel.
Zoals we eerder zagen voorziet Ogterop, na de brand in 1919 op de Oorsprong, dat een Amsterdamse hotelketen vaste voet zou kunnen krijgen in de gemeente Renkum met plannen om op de Oorsprong een groot hotel te vestigen. Dus ging de NV. over tot aankoop van de Oorsprong, niet om er hotelactiviteit te ontplooien maar om concurrentie te weren. Nadat Ogterop het de gemeente Renkum ter koop had aangeboden zag deze, na eerder dat jaar al de Hemelsche Berg te hebben gekocht van koop af. Toen dan ook Frowein zich als gegadigde bij de NV. meldde bedong Ogterop de vestiging van een servituut dat er toe strekte hotelactiviteit op deze plek te verbieden zolang de NV. in Oosterbeek actief was.
Bij raadsbesluit van 3 december 1925 worden zowel het huis “de Bilderberg” (gebouwd door de Amsterdamse bankier Joannes Pieter van Tienhoven) als de boswachterswoning met een flink perceel bos, dus niet het gehele landgoed, verkocht aan de N.V. de Tafelberg. Deze laat aan de woning een nieuwe, grote vleugel aanbouwen waarin een grote zaal, een aantal kamers voorzien van badkamers en enige dienstruimten worden ondergebracht. Die eerste uitbouw wordt ontworpen door de Oosterbeekse architect Van Burk en, net als bij de bouw van het landhuis, uitgevoerd door E. de Geest.
Op 20 mei 1926 wordt het nieuwe hotel geopend. De bezoekers stromen toe verwelkomd door een vrolijk strijkje.
“ In diep besef van de groote verplichting, die hij op zich had genomen, spreekt de heer Ogterop zijn dank uit aan den Raad, die het voorstel van B. en W. bijna zonder tegenstand goedkeurde.”
Na afloop van de feestelijkheden verzamelde alle genodigden zich op het terras voor een groepsfoto.
Ogterop en zijn gérant en zwager Klinkspoor, afkomstig van hotel Dreijeroord, houden zich nadrukkelijk met werving van gasten, maar ook met het binnenhalen van evenementen bezig. In 1927 ontvalt Ogterop echter zijn grote steun en toeverlaat Klinkspoor, als deze overlijdt.
Ondanks de naweeën van de economische crisis mag het hotel zich verheugen in grote belangstelling van vooral uit de Randstad afkomstige toeristen. Zozeer zelfs dat in 1933 het hotel opnieuw moet worden uitgebreid. De architecten G. H. Kleinhout en A. J. van der Steur uit Amsterdam ontwerpen een nieuwe aanbouw die de accommodatie tot 90 bedden en 12 badkamers vergroot.
Om zijn gasten te kunnen verzekeren van fraaie wandelingen in de omgeving geeft hij Samuel Voorhoeve in 1937 opdracht een wandelkaart te maken waarop vele bezienswaardigheden staan aangegeven.
In 1939 wordt door de NV. De Tafelberg een zeer belangrijke beslissing genomen. Men besluit de in 1916 verworven Wolfhezer bossen, aan de oostzijde van de Wofhezerweg gelegen, groot 168 ha., te verkopen aan de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten.
Toen op 9 mei 1940 een derde verbouwing gereed kwam, waarbij wederom een nieuwe zaal werd aangebouwd, meldden zich nieuwe gasten die Ogterop niet had voorzien. Op 10 mei 1940 namen de Duitse troepen, op weg naar de Grebbeberg, het hotel in beslag.
Na hun vertrek komt schuchter het toerisme in Oosterbeek weer op gang maar in 1942 volgt nieuwe tegenslag als het hotel andermaal wordt gevorderd. Er wordt een onderkomen gevonden voor een tehuis voor oud-zeelieden, de Prins Hendrik Stichting uit Egmond aan Zee. Cornelis Ogterop zal de zwarte bladzijde uit de geschiedenis van zijn Bilderberg niet verder meemaken. In 1942 overlijdt hij en wordt opgevolgd door zijn zoon C. H. Ogterop.