Pieter van der Kuil
Robert Daniel Wolterbeek was bankier en is gedurende 10 jaar (1858-1868) directeur van de Nederlandsche Bank geweest. Hij werd in 1801 geboren in Amsterdam. Hij was lid van de gemeenteraad van Amsterdam en ook van de provinciale staten van Noord-Holland. Later werd hij lid van de provinciale staten van Gelderland. In 1829 trouwt hij met de in 1802 geboren Henrietta Maria Anna Meijer.
Zij krijgen zes kinderen, te weten Margaretha Johanna Christina (1829), Joan Leonard (1831), Willem Pieter (1832), Anna Henrietta (1834), Dirk Jacob (1836) en Maria Antoinette (1838), die allen in Amsterdam zijn geboren. Zoals veel gegoede randstedelingen werd hij aangetrokken door de mooie natuur in Oosterbeek. Zijn halfbroer Dirk Jacob Wolterbeek was van 1820-1827 predikant geweest in de Oude Kerk, en mogelijk heeft deze Robert Daniel op de schoonheid van Oosterbeek geattendeerd.
Zijn jong overleden echtgenote Christina Elisabeth Hooglandt (1789-1824) lag begraven bij de Oude Kerk te Oosterbeek. Een deel van haar grafsteen is bewaard gebleven en ligt ten zuiden van de kerk. Deze steen is een onderdeel van een destijds groter grafwerk met een ijzeren hek dat behoorde bij haar graf. Hij had voordien als standplaats Wamel en vertrok 3 jaar na haar dood naar Hillegom en was naderhand nog in Alkmaar predikant.
Later schrijft Robert Daniel over Valkenburg: “Het is op dat bevallige plekje, in die heerlijke omgeving, dat ik met mijn geliefde Echtgenoote en onze kinderen, gedurende vele Jaren, door Gods groote Goedheid, in Zijne altoos zoo vriendelijke natuur, het ruimste en edelste levensgenot mogt smaken”.
Hoewel Robert Daniel zelf regelmatig op en neer naar Amsterdam zal hebben moeten reizen, lijkt het er op dat zijn vrouw en kinderen het grootste deel van de tijd in Oosterbeek verbleven.