Casper Louis Reuvens (geboren te Arnhem 1863, overleden te Oosterbeek 1915), van 1898 tot 1915 eigenaar van Vreewijk.
Deze zoöloog, doctor natuurwetenschappen -afkomstig uit Leiden- vestigde in een door hem gesticht bijgebouw van Vreewijk een polikliniek voor on- en minvermogenden. Een twaalftal jaren (van eind 1899 tot 1912) heeft dokter Reuvens veel patiënten gratis hulp verleend. De naam Vreewijk was ontleend aan het Leidse landgoed waar Reuvens tevoren woonde.
In 1858 werd op de Molenberg II, zoals het gebied in die tijd heette, een korenmolen gebouwd aan een zandweg, omringd door akkers, die later de Molenweg zou worden. De eerste molenaar was Aalbers die hem in 1895 verkocht aan A. Gille. Vijf jaar later werd L. Mulder er molenaar en in 1906 J. Kreeftenberg. Een sterke wisseling van molenaars. Helaas werden in 1921 de wieken afgenomen en de kap gesloopt.
Een tweetal afbeeldingen van rond 1900 tonen de latere Molenweg. Op deze positie kreeg de fotograaf een idyllisch plaatje met veel diepte.
n 1926 begon W. Smit aan de Molenweg 36 (in 1942 omgenummerd naar 32) een (“electrische”) limonadefabriek. Ook na WOII bevond deze fabriek zich aan de Molenweg.
De achterzijde van de foto geeft waardevolle informatie.
Genoemd naar Maria Sanders (1857-1936), de oudste dochter van Theodorus Sanders, bewoner van Hartenstein. Sanders (z.a.) die vele bezittingen had in Oosterbeek (zie ook bij Annastraat). Bij de verkaveling van Dreijen in 1883 werd de Mariaweg aangelegd.
Ook op de Mariaweg bevonden zich enige nijvere middenstanders.
De Mariaweg loopt van de Utrechtseweg naar de Stationsweg.
Op het kruispunt van de Mariaweg met de Utrechtseweg , met aan de overzijde Hartenstein, was met enige regelmaat een trolleybus waarneembaar.
Met een iets ruimere blik op het kruispunt Mariaweg/ Paul Krugerstraat komt het veldje (rechts) in zicht waarop menig evenement in het verleden plaats vond.
Isaäc Brevée (geboren te Sluis 1879, overleden te Oosterbeek 1952) was bijna 48 jaar (van 2 mei 1904 tot 27 maart 1952) huisarts in Oosterbeek. Hij woonde vele jaren in een nu verdwenen villa, “Beekhof” (zie bij Weverstraat) onderaan de Weverstraat, nabij de kruising Dr. Brevéestraat en de Fangmanweg. Zijn graf bevindt zich op het Oude Begraafplaats aan de Fangmanweg.
Op de hoek van de Dr. Brevéestraat/Weverstraat staat een borstbeeld van de huisarts. Het werd in 1941 vervaardigd door de beeldhouwer Frederik Hubregt Hoevenagel (1902-1988). Tijdens de slag om Arnhem heeft de kleinzoon van Isaäc Brevée dit borstbeeld in de vijver naast het huis gegooid, om het te vrijwaren voor vordering door de Duitsers.
In het verleden waren er twee “Molenbergen” , die beide hun naam ontleenden aan daar gevestigde molens. De tweede Molenberg kreeg later de naam Molenweg (z.a.). Op de tegenwoordige Molenberg stond omstreeks 1860 de molen van Jan Gerritsen, “de Nieuwe Hesch”, voordien molenaar van “De Hes” op Klingelbeek (z.a.).
Na Gerritsen (1860-1865) worden nog als molenaars genoemd Uit den Bogaard (1865-1869) en J.N. van Lingen. Van Lingen was in 1916 nog molenaar. Omstreeks de eeuwwisseling werd de (wind)molen in een stoommaalderij omgezet. De windmolen is in 1927 gesloopt.
Zie ook bij “Weltevreden”.
Cornelia Teresia Maria Elisabeth Schade (geboren te Amsterdam 1873, overleden te Oosterbeek 1933), dochter van een Amsterdamse wijnhandelaar die zich in 1884 vestigde op Oosterpark. Het huis was toen nieuw gebouwd, ter vervanging van een uit 1847 daterende villa. Cornelia Schade deed veel voor de Rooms-katholieke kerk en parochianen. Het later naar haar genoemde Corneliapark, lag tussen de latere Talsmalaan, Sandersweg en Pietersbergseweg. In 1950 is het parkje grotendeels opgeofferd aan nieuwbouw die mogelijk werd door de aanleg van de A. van Oudenallenstraat en de Talsmalaan.
Het huidige parkje is nog maar een fractie van het oorspronkelijke en ligt achter de voormalige Goede Herderkerk.
