“In de zestiende eeuw wordt de weg als “Lantweg nae Arnhem” aangeduid. In 1616 blijkt hij het zelfs al tot “Gemeyne wegh nae Arnhem” te hebben gebracht. Er bestond echter ook een oudere Utrechtseweg, die over Papendal en de Wolfhezerheide liep, langs het in de Spaanse tijd verwoeste kerkdorp Wolfheze. Deze oude heirweg van Arnhem naar Utrecht heeft geleidelijk aan betekenis verloren. Het heeft eeuwen geduurd voor de (nieuwe) Utrechtseweg het karakter van een regelmatige verkeersweg kreeg. De weg had in het verleden verschillende eigenaren (Mariëndaal, de Sint Nicolaasbroederschap, de Gelderse Rekenkamer e.a.) en die konden het maar moeilijk over aanleg en beplanting eens worden. Eerst in 1820 werd de weg verhard. Toen het dorp Oosterbeek zich via de Weverstraat omhoog bewoog richting de Utrechtseweg verhuisden winkeliers ook naar het noorden, eerst vestigden zij zich in de Weverstraat maar later, aan het eind van de negentiende eeuw, steeds vaker aan de Utrechtseweg. Daar werden met name in de tweede helft van de negentiende eeuw veel fraaie villa’s gebouwd, villa’s die aanvankelijk als pensions gingen dienen maar allengs meer de bestemming van winkel kregen. We bekijken de Utrechtseweg door de tijd heen tussen de Schelmseweg en de Van Borssele(n)weg.
Na WOII was op nummer 74 de drogisterij Thissen gevestigd.
We naderen het kruispunt Molenweg/ Utrechtseweg. Op de oosthoek treffen we voor WOII de tabakshandelaar P. A. van der Noordas.
Op het kruispunt Molenweg/ Utrechtseweg stond op de westhoek het café- restaurant “Bellevue”. In dit pand is nu het chinees restaurant “Fong Chen ” gevestigd (Molenweg 1). Naast dit pand (westelijk) bevond zich eertijds de winkel van de bloemist G. Buijs. Op onderstaande foto poseert hij voor zijn pand. In de tijd dat Buijs zijn bloemenwinkel had op Utrechtseweg 82 had hij in het pand naast zich, Molenweg 1 zijn schoonmoeder, de weduwe A. de Winkel (zonder beroep) als buurvrouw. Op dat stukje Utrechtseweg een ware familieclan van De Winkel’s daar de automobielhandelaar, aanvankelijk rijwielhandelaar, A. J. de Winkel dan woont op 86 woont bij de garage links van pension “Alberdina”, en de weduwe G. G. de Winkel- Klaassen als pensionhoudster in “Alberdina” op Utrechtseweg 88.
In later jaren gaat de voormalig rijwielhandelaar de Winkel zich bezig houden met de verkoop van auto’s en wordt het bedrijf uitgebouwd.
Tegenover de bloemist Buys zat in de jaren ’20 tot aan WOII de boomkwekerij Gebroeders Bijvoet, op Utrechtseweg 85 (nog bestaand). Een fraai pand op de oostelijke ingang van het voormalig tuincentrum van Berns. Na Wo II vinden we de boomkwekerij terug aan de Van Borsselenweg 31. Zowel het op de achtergrond liggende huis (als laatste gesloopt) als het huis westelijk van de ingang werden afgebroken t.b.v. de nieuwbouw aan de Raanhuisstraat/ Peltstraat.
We gaan vooruit in de tijd naar 2001 en kijken iets westelijk van het voormalig tuincentrum Berns naar het benzinestation van Driessen (“de sjeik van Oosterbeek”), later Compaan. Op deze plek ligt nu de bebouwing van de Raanhuisstraat/ Peltstraat. Voor sommigen onder ons nostalgie.
Nog een foto uit de naoorlogse tijd. In de villa “Op `t Zuiden” heeft enige tijd, rond de jaren `70, de bloemenboetiek “Di-Ja” gezeten.
Westelijk van het café Rozande lag het Amsterdams Koffiehuis, gebouwd en aanvankelijk gedreven door de Amsterdamse aannemer Zuiderhoek, daarna van de familie Van Kerkhoff. Aan het koffiehuis was een stal verbonden waardoor veel stalhouders er met toeristen aanlegden met hun koetsjes.
Op de westhoek van de Jan van Embdenweg/ Utrechtseweg begon in 1938 mevr. De Wit- Louwaars de “Eerste Oosterbeeksche Apotheek” Op een foto van rond 1940, gemaakt door de Oosterbeekse fotograaf B. H. Langevoort prijkt het huis “Arti” gebouwd in opdracht van de schilder Bernardus Arps, als start van een fraaie rij villa’s in westelijke richting die nog steeds het straatbeeld sieren. Het huis “Arti” heeft overigens als huisnummer Jan van Embdenweg 2.
Tegenover deze rij villa’s, aan de zuidzijde van de Utrechtseweg lagen eertijds het pension “Beau Séjour” en het hotel- café- restaurant “Concordia”.
In dit pand trof men het restaurant “De Olde Spinde”, een etablissement met zekere naam en faam.
Voor een film uit 1944 op deze plek gemaakt door de Oosterbeekse tandarts Clous klikt u op de volgende link. De familie Clous woonde in villa “Doristetie” schuin tegenover “Beau Sejour”.
In 1954 werden Mathilda en Eikenhorst aan elkaar verbonden, nadat J.F.Engelenburg beide panden had verworven en ontstond het verzorgingstehuis De Veilige Haven. Het leidde de ondergang van de panden in daar het ze tezamen met de villa Overdal moesten wijken voor Overdal, een tehuis voor bejaarden.
We keren terug naar de zuidelijke kant van de Utrechtseweg naar de hoek van de Weverstraat. Daar stond op de oosthoek het door Jan van Embden in 1855 gebouwde “Berg en Dalzicht”, later “Dalzicht” genoemd. Het perceel werd begrensd door de Prins Hendrikstraat, Jacobaweg, Postweg en Weverstraat. Een statige villa.
De zuidwesthoek van de tuin van “Berg en Dalzicht”, bij de Poststraat, is op onderstaande afbeelding goed zichtbaar. Aan de Poststraat nog een tweetal bestaande panden, met rechts dat van de slagerij Jekel, later Hallie.
Rond de eeuwwisseling, in 1898, werd er een pension in gevestigd door F.N. Heinsius, die het kocht voor fl. 28.000,- van de erven Van Embden. Vanaf 1935 wordt het sterk uitgebreide “Dalzicht”, voor wat het oostelijk gedeelte betreft gehuurd door een nazaat van de stalhouder Aalbers van de Stationsweg. Hij verhuurt er “luxe automobielen”.
In 1938 wordt het gekocht door twee Amsterdamse kooplieden, Mulder en Robbers, die het afbreken en er nieuwbouw voor terug zetten. In WOII worden deze winkels zwaar beschadigd en gedeeltelijk weer vernieuwd. Op een luchtfoto van voor WOII is het gebied duidelijk zichtbaar.
Op de westhoek van de Weverstraat met de Utrechtseweg stond het café Van der Velden, eigendom van J. M. van der Velden. In 1921 verplaatst hij dit naar “Concordia” op de hoek met de Prins Hendrikstraat een pand dat hij kocht van A. G. Schimmel. Hij verkoopt het pand op de hoek van de Weverstraat aan De N.V. Nationale Bankvereniging Utrecht. Het pand gaat steeds verder achteruit en rond 1924 is het zelfs enigszins bouwvallig. Naar ontwerp van de Oosterbeekse architect J. Benier wordt in 1925 een nieuw rijtje panden ontworpen en gebouwd. In 1926 betrekt de kruidenier C. Frikkers, in comestibles) het gloednieuwe pand, waarna rond 1930 er een Albert Heijn in het pand gevestigd wordt. In 1944 wordt het volledig verwoest. Na WOII duikt de AMRO Bank op in het pand naast kunsthandel Gerritsen. Later zou de SNS Bank zich in dit pand vestigen.
Naast de nieuwbouw ten westen van de kop van de Weverstraat treffen we een aantal oude villa’s die nu al weer vele jaren een winkel/bankfunctie in zich bergen. Het zijn achtereenvolgens, villa “Carina”, villa “Marie Louise”, “Villa Dina”, “Vredelust”, “Villa Maria” en het oude woonhuis van Jan van ’s Gravenweert, “Otium”. In de villa “Carina” zaten kapper De Graaf en het de antiekhandel “het Oude Vaarbaken”.
Aan de villa “(Marie) Louise” (Utrechtseweg 142) is de naam van de huishoudelijke apparatuur-en kinderspeelgoedwinkel Van der Poel onlosmakelijk verbonden.
Om een iets meer nostalgisch beeld te geven van deze villa’s, de Utrechtseweg in augustus 1918.
In “Villa Dina” vestigde zich in later jaren de modewinkel Van Mastbergen.
Het pand waarin zich sinds 2009 de Hema bevindt heeft een rijke geschiedenis. Na jaren als woonhuis te hebben gediend, waarvan onderstaande foto getuigt,
vestigen zich er de gebroeders Van de Kraats.
Tegenover Villa Maria stond naast de pastorie van de St. Bernulphuskerk de villa Schooneveldheuvel. Deze was in 1845 gebouwd in opdracht van R.J. Schooneveld, die daarvoor in het Benedendorp woonde ter hoogte van het huidige Vreeberg aan de Pietersbergseweg. De villa werd gesierd met een stenen arend. In de laatste decennia van de negentiende eeuw wordt het het pension “Klaassen” en draagt het nog steeds de naam Schooneveldheuvel. Na de dood van A. Klaassen begint een dochter van hem, de weduwe Stoot-Klaassen, er een pension en herdoopt het huis in Silezia. In 1968 verdween ook deze karakteristieke villa uit het straatbeeld. Op de vrijkomende plek verrees een flatgebouw met eronder de winkel van Albert Heijn.
Voor de geschiedenis van de Dennenkamp zie gebouwen en personen (Lebret). Een luchtfoto van voor WOII geeft de situatie ter plekke fraai weer.
Na WOII vestigt de gemeente Renkum zich in het voormalige huis de Dennenkamp. Het gemeentehuis zal hier tot 1966 gevestigd zijn als de nieuwbouw van het huidige gemeentehuis wordt voltooid.
Oorspronkelijk was er in 1859 door de advocaat J.H. Loopuyt een fraaie villa neergezet. In 1880 gaat deze echter op Dreijen wonen en verkoopt het landgoed de “Dennenkamp” aan Jacobus Lebret.
Om het huis heen lag een fraaie parkachtige omgeving. Het landgoed strekte zich noordwaarts uit tot de huidige Dennenkampweg.
Tegenover de Dennenkamp lag aan de zuidzijde van de Utrechtseweg het pand van de befaamde boekhandelaar/ uitgever Pieter Johannes Romijn. Deze was er in 1907 begonnen. Vader Gerard Romijn (1846-1929), die jaren daarvoor in de Lindenhoek bij de Concertzaal zijn boekhandel/ uitgeverij was begonnen, kocht het pand aan de Utrechtseweg voor zijn zoon van de familie Elmendorp. Het interieur werd geleverd door de LOV- meubelfabriek. Als in 1948 Pieter Romijn overlijdt wordt de winkel voortgezet door J. F. Scholten die hem in later jaren verplaatst naar de hoek van de Weverstraat, waarna het pand wordt afgebroken t.b.v. de bouw van de Romijnflat.
Bovenstaande situatie uit 1917 is enige decennia later sterk veranderd. Toch zijn “Schoonzicht”” en het naastgelegen pand nog steeds goed herkenbaar. Ook het pand van Rieken (voormalig Klint) is herkenbaar.
In de rij van winkels op bovenstaande foto bevond zich ook de winkel van de Oosterbeekse Fotograaf Bernardus Hendrikus Langevoort (1901-1963). In de verslaglegging van het Oosterbeeks leven van alle dag is hij van groot belang geweest. Zijn vooroorlogse film “Oosterbeek kennen is Oosterbeek liefhebben” is een klassieker.
Naast de winkel van Rieken trof men aan eertijds de herberg met stalhouderij “de Blauwe Geit”. Rond 1860 koopt Willem Lukassen de panden en begint erachter met een smederij. Het café doet hij van de hand en zo wordt het eind negentiende eeuw hotel- café- restaurant “Burgerlust”, waarin achtereenvolgens Staleman, J. B. Rietfort en Fr. de Vries de scepter zwaaien. Op het terras, aanvankelijk met weinig verkeer op de Utrechtseweg, was het goed toeven.
Rechts daarvan de oorspronkelijk twee vrijwel identieke panden ter weerszijde van de ingang Annastraat. Bij de Annastraat vindt u beide panden in volle glorie.
Naast “Beuken Hove” ligt het pand dat nog steeds bekend staat als het “pand van Piet Onderwater”. het werd in 1883 gebouwd in opdracht van de familie Amshoff.
Naast de villa “Merlet” trof men tot voor enige jaren de garage van Vette. Op die plek verscheen het appartementencomplex “Residence Liberty”.
Voor de westelijk hiervan gelegen panden gaan we terug in de tijd naar het befaamde hotel “Schoonoord” (z.a.).
De opvolger van Th. Janssen in hotel Schoonoord was Constant Meijer, cuisinier de la Cour zoals hij zichzelf afficheerde. De advertenties uit zijn tijd leggen de nadruk op de keuken en de zalen voor diners tot 300 personen. Ook werd hierin melding gemaakt van de “Keizerszaal met zijn beroemde verzameling” die te allen tijde gratis te bezichten was. Geheel in de traditie van zijn voorganger stelde hij hier een kunstverzameling ten toon. Zo hing daar het schilderij “La chasse au bois” van de hand van Henriette Ronner- Knip, geflankeerd door twee werken van Barend Cornelis Koekkoek een zomer- en een wintergezicht. Maar ook kostbare Bouille- meubelen, een rozenhouten spiegelbureau, meerdere fraaie bronzen, kostbare klokken, kroonluchters, veel porselein maar ook een miniatuur Hindeloper- en Marker kamer. Wellicht hing elders in het hotel nog kunst die Janssen had verzameld waaronder veel werk van Toorop. In ieder geval ging bij de brand van 1944 die het gebouw verwoestte een werk van Toorop verloren met drie apostelen in een sacrale lijst. Een exacte kopie, zij het met gesigneerde litho’s maar met een even fraaie lijst was bij de Bernulphus-parochie terecht gekomen en overleefde de oorlog wel.
Ook Constant Meijer vergroot het hotel. Nog vlak voor de verkoop aan J. van der Vlist in 1921 bouwt hij een tweetal serres aan.
Aan de overzijde van hotel “Schoonoord” het woonhuis van de arts Caspar Louis Reuvens (z.a.) dat hij in 1898, bij zijn vestiging in Oosterbeek, kocht toen het nog villa “Bertha” heette. Hij herdoopt het in “Vreewijk” (z.a.) naar een wijk in Leiden, zijn vorige woonplaats.
Op het parkeerterrein op de westhoek van de Pietersbergseweg/ Utrechtseweg stond na WOII lange tijd een VVV- gebouwtje. Een vraagbaak voor Oosterbeek aandoende toeristen.
In 1884 werden op de zuidzijde van de Utrechtseweg, tegenover de villa “Quatre Bras” twee villa’s bebouwd, “Oosterpark” en “Westerpark”.
Aan de overzijde van “Westerpark” stond tot in de jaren ’60 een woning zoals we die ook aan de Annastraat aantroffen. Ten behoeve van de bouw van een kantoorpand in dat pas in 1986 in gebruik werd genomen werd het huis vele jaren daarvoor al gesloopt. Lange tijd lag het terrein braak net als dat van de voormalige villa “Mariahof” van dr. Giesberts (165). Op onderstaande twee foto’s zien we eerst de ligging , een detail van een tekening uit 1941, westelijk naast de villa ” Quatre Bras” en op de tweede foto de villa zelf. Het bureau gemeentewerken, rechts, was gevestigd in villa “Marja”.
Op de oosthoek van de Mariaweg, tegenover het verdwenen “Westerpark”, stond het pand “Mariahof” (Utrechtseweg 169) waarin de arts Giesberts sr. zijn praktijk had gevoerd. Helaas viel ook dit pand onder de sloophamer en verrees er een kantoorpand. Wederom een achteruitgang van het straatbeeld dat ooit aan de Utrechtseweg werd aangetroffen. De palen van het toegangshek werden verplaatst naar de tuinmanswoning van de Hemelsche Berg aan de Hoofdlaan bij de eendjesvijver. De gemeente Renkum kocht de villa “Mariahof” met tuinmanswoning in 1967 aan van de Stichting Römerhof ten behoeve van nieuwbouw.
Op onderstaande foto zien we de villa’s vanaf de westhoek van de Steijnweg oostwaarts.
Het linkse pand heeft als adres Steijnweg 2. Op de oosthoek van de Steijnweg de villa “Eureka”, in vroeger tijd “Welgelegen”. Het pand staat op de gemeentelijke monumentenlijst.
Het op Utrechtseweg 179 gelegen pand werd in 1887 in gebruik genomen.
De villa “Marja” gelegen op Utrechtseweg 175 werd gebouwd in 1875. In die tijd heette de villa nog “Dotta”. Zo treffen we vanaf 1892 tot aan zijn dood in 1902 als bewoner mr. Johan Pieter Adolf Graaf van Limburg Stirum. Deze weldoener was een van de grondleggers van de Vereeniging “Het Hoogeland”, de Vereeniging tot Christelijke verpleging van bedelaars en landloopers, die in later tijd werd herdoopt in de Christelijke Vereeniging tot stichting en instandhouding van landbouwkoloniën. De doelstelling van de vereniging luidde:
“het mogelijk maken dat gedurende ten hoogste 12 maanden zwervers, ex-gevangenen en vrijgelatenen uit Veenhuizen in de hoeve “Het Hoogeland” te Beekbergen werden opgenomen om hen daar voor te bereiden op terugkeer in de maatschappij”.
De villa zelf oogt nog als in vroeger jaren. Het staat op de gemeentelijke monumentenlijst. In de achtertuin is een klein woonwijkje aangelegd in 1987, huizen gelegen aan de doodlopende weg Marja, nummers 1 t/m 19.
Een foto uit de tijd dat het huis “Hartenstein” nog bewoond was en het koetshuis zijn functie nog bezat.
In later jaren werd de koets (koetsier) vervangen door een automobiel (chauffeur).
Na het overlijden van de weduwe Verburgt- Molhuysen in 1928 blijven de palfrenier Berends en de chauffeur Wijlhuizen in dienst van de dan op Hartenstein wonende zus van de overleden weduwe, mej. A. B. Molhuysen.
Op een foto uit september 1930 staat een versierd automobiel achter Hartenstein, klaar voor de optocht ter gelegenheid van de 50 ste verjaardag van koningin Wilhelmina.
Tegenover het voormalig landgoed de “Sonnenberg” ligt een rij villa’s tussen de Hoofdlaan en de Van Lennepweg. Het eerste pand op de westhoek van de Hoofdlaan werd gebouwd in 1924. Daarnaast ligt een twee onder één kap, Utrechtseweg 238/240,waarvan het bouwjaar 1925 is. Dan volgt 242 waarvan het bouwjaar 1926 is. Utrechtseweg 244 is uit het jaar 1954, 264 gebouwd in 1957, waarna de in 1927 gebouwde villa “Burmania Heerdt” volgt. Utrechtseweg 250 is van recent bouwjaar, 2011 en de villa op de oosthoek van de Van Lennepweg dateert 1951.
Uit deze rij tonen we hier de villa “Burmania Heerdt”. Deze villa werd gebouwd in opdracht van Willem Anthonie Poort, directeur van de “Algemeene Friesche Levensverzekering Maatschappij”, geboren op 02-12-1868 te Kantens.
Willem Anthonie Poort werd 2 december 1868 te Kantens (Gr.) geboren. In 1887 werd hij benoemd tot onderwijzer te Ommen. In 1888 behaalde hij de middelbare akte. In 1889 ging hij terug naar de schoolbanken en bezocht hij, 21 jaar oud het gymnasium. In 1890 ging hij, in afwachting van de afronding van het gymnasium, al wis- en natuurkunde studeren in Groningen. (Hij deed pas in 1892 eindexamen gymnasium). Daarna blijkt dat hij een ware studiebol was. In 1893 doet hij kandidaats-examen in de wis- en natuurkunde en wordt leraar aan de zeevaartschool te Groningen en in 1895 leraar in de wiskunde te Middelburg. Op 31 december 1896 huwt hij in Groningen met Pieterina Berghuis (1865-1945).
Acht jaren later werd hij leraar wiskunde te Leeuwarden. Nadat hij in 1896 te Groningen gepromoveerd was op een proefschrift: “Een bijzondere klasse van Abel’s integralen”, werd hij in 1901 benoemd tot actuaris bij de Algemene Friesche. In April 1917 werd hij benoemd tot lid van de commissie, die minister Treub zou voorlichten omtrent de monopolie-plannen voor het verzekeringswezen. Enige jaren daarvoor had hij minister Abraham Kuyper meermalen advies gegeven over verzekeringsvraagstukken. Inmiddels was dr. Poort in 1924 tot mede-directeur van de Algemene Friesche benoemd, in welk beheer hij een zeer werkzaam aandeel had. In 1938 trad hij uit de directie en werd commissaris van de Algemene Friesche, hetgeen hij tot zijn overlijden in 1940 is gebleven. In 1927 vestigt hij zich in Oosterbeek en laat de villa “Burmania Heerdt” bouwen, waarin hij tot aan zijn overlijden op 23 januari 1940 woonde. Hij werd in Velsen gecremeerd.
Het hek links op de foto werd door de familie Wolterbeek veelvuldig gebruikt om voor de fotograaf te poseren.
Met een iets bredere blik westwaarts langs de Utrechtseweg bij “de Koude Herberg” zien we rechts op het hek weer leden van de familie Wolterbeek met daarachter de herberg.
We eindigen voorlopig voor “De Koude Herberg”.
Carla Haarhuis
Prachtig, wat een uitgebreide collectie!
Berend van Zanten
Ik deel volledig de mening van Carla. Voor mij was deze site een trip door memory lane.
R van strien
Hallo ik ben op zoek voor mijn buurman die in de jaren 1955-1960 in Oosterbeek ln de Utrechtse weg of straat daar in een tehuis heeft gezeten hij weet alleen niet meer hoe het heette en welk nummer alle informatie is welkom wij gaan zaterdag even kijken in Oosterbeek om te kijken of hij nog wat herkend afz r van Strien
Ephraïm John Tichéll
Welnu, dat tehuis heette Jan Pieter Heijestichting; thans heet het nu Orthopedagogisch Centrum Jan Pieter Heije. Deze is nog steeds gevestigd aan de Utrechtseweg 316, dat toen nog het telefoonnummer had: 08307-5041.
In de tijden dat hij daar tijdelijk woonde Had je daar het nog oude voorgebouw onder leiding van Juffrouw van de Dusse. Tevens werkte daar als leiding. Juffrouw ter Zelle, Juffrouw Wagenaar en juffrouw van der Bos. Tevens juffrouw Otterlo, die hoofd afwas bleek. eenm eisje dat daar al jaren als bewoonster werkte en later in dienst kwam. Als Directer werkte toen Dhr. van der Pol, later Dhr. van de Cleck. Tevens Dhr. Claasen als adjunct. Deze werkte in het kantoor rechts in het oude schoolgebouw dat ook een gedeelte dienst deed als gymzaal.
Verderop op het terrein had je een villa staan. Daar was gevestigd de kleine groep onder leiding van Juffrouw Eva Planjer. Tevens had je daar ook de tussengroep, onder leiding van Dhr. Hans Schulthuys. En je had daar de grote groep, onder leiding van Bob van der Most. Tevens werkte daar ook juffrouw Sippie Deinum. hoofd was toen Dhr. Ellemeijer, die boven zijn woning had.
Verder naast de tuincomplex en het houten huis die in Zwitserland was afgebroken en in Oosterbeek werd opgebouwd. Doch tegenover het tuincomplex, onder leiding van dhr. Stel. Had je het Rennessehuis onder Dhr. Spruytenburg, alwaar de oudere jongens woonde. Deze werkte in de tuin, of elders buiten de poorten van de JPH.
In dezelfde jaren ’58 tot ver in de jaren ’60 zijn er verschillende paviljoens gebouwd en werd de villa uiteindelijke kantoor. De paviljoens die inmiddels eind jaren ’80 begin jaren ’90 al weer zijn afgebroken, heette De Oude Beuk en de Bosvijver.
Misschien wel een heel late reactie, doch met plezier gedaan.
Postscriptum:
Mocht u nog meer vragen hebben. Meld mij dat dan krijgt u van mij ook mijn telefoonnummer.
EJ
Ephraïm John Tichéll
Bart Belonje
Wat een prachtig overzicht van de Utrechtseweg in Oosterbeek, een historische reconstructie. Hartelijk dank.
Peter Kraft
Wat een prachtige collecties foto’s! Weemoed, weemoed….
Ik ben opgegroeid in Oosterbeek tussen 1955 (ik was toen 7) en 1970 (getrouwd en verhuisd naar elders)
Zat op de O.L. Wilhelminaschool (meester van der Grijn) en nog een jaartje ULO achter de brandweer kazerne. Reijenga was toen daar de directeur. Bedankt!
W.M.Gerritsen-Makenbach
Wat een geweldige serie foto’s van de Utrechtseweg. Omdat ik geboren ben
op de Utrechtseweg in 1936 in huize Makenbach (meubelzaak) ben ik zeer
geïnteresseerd in deze serie.
Veel herinneringen komen boven. Bedankt Heemkunde.
Jan Derksen
Geweldige foto’s Ik ben in 1942 geboren in Oosterbeek Verl. Paul Krugerstraat roept enorme emoties en herinneringen op. In 1959 verhuist maar kom nog regelmatig terug. Bedankt!