De naam verwijst naar de tijd waarin het dorp Oosterbeek zich, via de Weverstraat, langzaam naar de Utrechtseweg verplaatste. Tot midden negentiende eeuw lag het dorp Oosterbeek rond de Oude Kerk aan de toen nog Dorpsweg geheten doorgaande weg. Toen rond 1850 de Weverstraat, die tot dan toe tot de huidige Van Eeghenweg liep, werd doorgetrokken naar de Utrechtseweg verplaatsten middenstanders hun bedrijf van de Dorpsweg richting de Utrechtseweg.
Met deze ontwikkeling ontstond een nieuwe dorpskern aan de Utrechtseweg en werd door verkaveling, o.a. van Dreijen, een bovendorp gebouwd.
We beginnen de wandeling langs de Benedendorpsweg bij het spoorviaduct.
Aan de zuidkant nabij de spoordijk lag een schuur met een klein houten huisje.
Even voorbij de Rosandeweg ligt aan de zuidkant een dubbel bewoond pand dat gebouwd werd in 1850, Benedendorpsweg 16-18. De naam van het huis “Duno Zicht”, een duiding in de westgevel van het pand, verwijst naar het vrije uitzicht richting de stuwwal bij de “Duno”. Het sterk verbouwde pand is het oudste huis aan de Benedendorpsweg van spoordijk tot hoek Nedermeijer van Rosenthalweg. De oorspronkelijke arbeiderswoninkjes, die met name aan de uiterwaardenkant lagen, zijn verdwenen.
Een nog niet zo lang verdwenen huis aan de Benedendorpsweg lag op nummer 102, oostelijk naast de villa “Gelderse Blom”.
Een villa die de WOII heeft overleeft is de naastgelegen de “Gelderse Blom”. In dit huis heeft de schilder Anton Markus nog enige tijd gewoond. Op onderstaande foto staat hij op het balkon aan de rivierzijde van het pand.
Als men zich op de westhoek van het perceel van de “Gelderse Blom” opstelde kreeg men het volgende beeld.
We bekijken eerst de zuidzijde van de Benedendorpsweg ter plekke.
Aan de noordkant van de Benedendorpsweg, westelijk van “de Parre”, trof men het nog bestaande pand van smederij Breman, dat van de voormalige stalhouderij, in later tijd garage, Klaassen en het oude kerkgebouw “Bethanië”.
Het vermoeden bestaat dat de filosoof Opzoomer in deze villa zijn laatste jaren doorbracht.
In 1931 was het met de grote naam van het hotel “de Doornenkamp” gedaan en werd er een wasserij in gevestigd, gedreven door C. van Dolderen, die in die tijd in de adresboeken staat omschreven als “bleeker”.
In de oorlogshandelingen rond de slag om Arnhem ging het gebouw verloren en verscheen na WOII een tweeslag woningen.
Westelijk van “Rozenhage”, op de hoek van de Holleweg (Kneppelhoutweg) met de Benedendorpsweg het huis “Buitenrust”, waar ooit de ouders van de schrijfster Augusta de Wit woonden, maar dat ook dienst heeft gedaan als rusthuis voor verpleegsters.
Met Jan Kneppelhout had de familie Hilhorst een innige band. Voordat Arend het huis op 170 betrok woonde hij in 1871 enige tijd in de villa “Lucienheuvel” die Kneppelhout ging afbreken teneinde een vijver ter plekke te kunnen laten aanleggen door H. Copijn.
Een zoon van Arend, Eelco Arend (1866-1907) was van 1893 tot 1906 onderwijzer op de OLS I aan de Weverstraat onder hoofdonderwijzer Aart van Ewijk, maar vooral secretaris van Jan Kneppelhout en na diens overlijden van Ursula Kneppelhout- van Braam.
Een neef van hem, Arend Gerrit Hilhorst (geboren in 1847) kwam in 1864 vermoedelijk als pupil enige tijd bij Jan Kneppelhout en Ursula Kneppelhout- van Braam inwonen op Rapenburg 83 in Leiden.
De zuidelijke ingang van het landgoed De Hemelsche Berg lag en ligt aan de Benedendorpsweg 150 meter na de Kneppelhoutweg.
In de jaren voor 1853 stond aan de oprijlaan van “de Hemelse Berg” het logement “de Witte Poort”, gedreven door de pachter ervan Van Muiswinkel. Jan Kneppelhout verbouwde het na aankoop van de “Hemelse Berg” tot een gastenverblijf maar verhuurde het aan de mr. H. Hoeufft van Velzen die er tot 1870 woonde en het huis “Rijnzicht” noemde. Daarna woonde mr J. H. W. Kool er die op het terrein een koetshuis lieten bouwen. Na 1898 komt het in handen van de erven jhr. G. J. Th. Beelaerts van Blokland (1843-1897), die het huis herdopen in “Transvalia”, een eerbewijs aan de overledene, daar hij de Boerenrepubliek ‘Transvaal’ in Den Haag, Parijs, Berlijn en Lissabon had vertegenwoordigd. Hij was overleden na een kerkdienst in de Willemskerk te Den Haag. In WOII wordt het, net als huis “de Hemelse Berg” verwoest en bouwde zijn kleinzoon jhr. Jan Jacob Gerard (Mickey) Beelaerts van Blokland er een bungalow die hij tot zijn dood in 2005 bewoonde.
In 1870 werd een boerderij gebouwd die de naam “Witte Poort” kreeg nadat de oorspronkelijke “Witte Poort” -van het gastenverblijf van Jan Kneppelhout- werd herdoopt in “Rijnzicht”. De oorspronkelijke “Witte Poort” lag dus niet hier maar 50 meter oostelijker aan de noordzijde van de Benedendorpsweg.
De ” Kastanjehof ” werd vanaf de jaren `50 van de negentiende eeuw bewoond door een zoon van suikerfabrikant/burgemeester Johannes Backer, Evert Jan (1825-1885), die handelaar in brandstoffen en, in later jaren, wijnen en gedistilleerd was. De ongehuwde Evert Jan Backer bewoonde het huis met zijn achternicht Jacoba Giesse. Net als zijn vader was hij op meerdere fronten actief. Zo kocht hij in 1872 de Westerbouwing maar was eveneens (stille) vennoot bij de steenfabriek van zijn neef Johannes Backer van Ommeren te Driel. Door een minder gelukkige leiding van de fabriek eindigde de samenwerking bij het failliet gaan ervan.
In 1879 bouwde de boomkweker Zeevat de villa “Klein Doornik”. De stenen voor de bouw van het huis wist hij voor een zacht prijsje te verwerven toen een met stenen bevrachte schuit op de Rijn zonk. Net als Evert Jan Backer handelde hij daarnaast in kolen.
Op de hoek met de Veerweg ligt de in 1874 gebouwde dubbele villa waarvan het voorhuis als adres heeft Benedendorpsweg 210 en het achterhuis Veerweg 2.
Aan het achterhuis bouwde Johannes Backer, nadat hij in 1852 de suikerfabriek aan de overzijde van de Benedendorpsweg, had gesloten, een fabriekshal waarin wol werd gekamd. Niet geheel ongepast in een omgeving waar tevens een gasfabriek stond en aan de overzijde van het hoekhuis “Schoonzicht” zijn beetwortelfabriek. Vanaf 1854 woonde Johannes Backer in het voorhuis van de villa “Schoonzicht”.
Sybe Streekstra
LS
Ik wil jullie mijn complimenten geven voor deze serie. Veel herken ik omdat ik oud-Oosterbeker ben.