De koper van het huis is Minne Dolleman, medicinae doctor. Hij kan het geheel eind 1836 in eigen gebruik aanvaarden, met uitzondering van het gedeelte dat verhuurd is aan J. Hoogendijk. Minne Gerrits Dolleman werd op 7 juli 1793 geboren te Harlingen en stamde uit een militair gezin. Zijn vader Gerrit (Gerardus) Maurits Dolleman was Generaal-Majoor van de Infanterie. Zijn moeder, Aafke Blok, overleed terwijl Minne nog een tiener was, waarna zijn vader hertrouwde met Elizabeth Catharina Zubli. Het echtpaar heeft geruime tijd in Nijmegen gewoond en is later naar Wageningen verhuisd, waar Minnes vader in 1846 overleed. Minne Dolleman studeerde geneeskunde in Leiden, waar hij in 1814 op 21-jarige leeftijd (als Menno Dolleman) promoveerde op een geheel in het Latijn geschreven proefschrift over de fysiologie van de menstruatie12). Hij vestigde zich in Amsterdam als huisarts, waar hij in 1833 trouwde met Margarita Agatha de Hoop. Het echtpaar had geen kinderen.
Dolleman was waarschijnlijk de eerste huisarts in Oosterbeek. Ook onder hem vond er nog een verbouwing plaats, en hij gaf zijn bezit de naam “Landlust”. In 1841 breidde hij het terrein nog uit met een strook grond van de Domeinen langs de Utrechtseweg. De nog steeds bestaande erfpacht heeft hij kennelijk meteen bij de Domeinen afgekocht, want na hem wordt deze in akten niet meer vermeld. In 1845 verhuist Minne Dolleman met zijn vrouw naar Utrecht, waar hij eerst aan de Wittevrouwenstraat en later aan de Wittevrouwensingel heeft gewoond. Aldaar overleed hij in 1876. Zijn opvolger als huisarts in Oosterbeek was Cornelis Adriaan Sangster, de toekomstige schoonzoon van de volgende eigenaar
Als Minne Dolleman in 1845 zijn huis via een veiling probeert te verkopen, omschrijft hij zijn bezit als volgt: “Het buitenverblijf Landlust, bestaande uit huis, tuin, boomgaard en bouwland, en voorzien van bronwaterput, groot één en een kwart bunder”. Huis, tuin en boomgaard zijn te aanvaarden per 1 november, het bouwland nadat “de cultuur en inoogsting zal zijn afgelopen”. “Landlust” wordt echter niet verkocht, omdat de door Dolleman gestelde limiet van Fl. 4700 niet wordt gehaald. Hij heeft echter kennelijk haast, want later dat jaar verkoopt hij “Landlust” aan Adriaan Adam van der Crab, wonende te Amsterdam. Hij moet dan echter wel genoegen nemen met een koopsom van Fl. 4500. 13)
Schrijf een reactie