Pieter van der Kuil
Van beschrijvingen van het interieur van de Hemelse Berg is bekend dat men er zich in een paleis waande. Jan Kneppelhout was een groot liefhebber van de beeldende kunst, literatuur, architectuur en muziek wat er toe leidde dat hij een grote kunstverzameling had, niet zelden ook door het verstrekken van opdrachten aan kunstenaars.
Zijn bibliotheek was internationaal vermaard en op de Hemelse Berg werden soirees met muziekuitvoeringen gehouden.
We zullen hier een werk uit zijn bibliotheek en een kunstwerk uit zijn kunstverzameling nader bekijken.
Het Album Amicorum van Jacob Heyblocq
In 1641 schreef de aankomende student Jacob Heyblocq (1623-1690) zich in aan de Universiteit van Leiden waar hij theologie en filosofie ging studeren. Hij begon er in 1645 met het samenstellen van een album amicorum, een vriendenboek. De grootte is 92 x 153 mm.en het telt 162 bladen. De alba waren zeer populair onder studenten die van universiteit naar universiteit trokken. Wanneer ze mensen ontmoetten waaraan ze een herinnering wilden overhouden, vroegen ze hen iets in hun album te schrijven. Korte citaten en andere uitingen van vriendschap met een datering en een ondertekening, maar soms ook fraaie tekeningen die een vriend typeren.
Het album werd veelal na afstuderen afgesloten, maar Jacob Heyblocq heeft een groter project in gedachten dat op de eerste pagina duidelijk wordt.
Heyblocq richt zich in het Latijn tot de “grootste, geleerdste, nobelste” mensen van zijn tijd.
Hij vraagt “de grootste denkers van deze eeuw en koninklijke hoogheden briljante bijdragen te schrijven in dit gedurfde boek”. Hij herinnert degene die een bijdrage willen leveren eraan dat na de dood van de schrijvers wat zij geschreven hebben in ieder geval blijft bestaan. (Veel meer bij de KB)
Dat dit velen die bijdroegen overkwam was niet onmiddellijk het gevolg van hun bijdrage aan het album.
Op bladzijde 61 treffen we een tekening van Rembrandt uit 1661 aan, Simeon met Jezus in zijn arm in de tempel.
Met de onvoorstelbare hoeveelheid beroemde Nederlanders die bijdragen leverden is dit het rijkste vriendenboek uit de Nederlandse geschiedenis. Vele groten van de Gouden Eeuw treffen we erin aan met een tekening, gedicht of overdenking. Vondel, Lievens, De Bray, Tromp, Revius, Huygens, Hooft, Cats, Flinck, Comenius, De Groot, Hals, Vossius, een schier eindeloze rij.
Jan Kneppelhout had het in zijn tijd opgenomen in zijn fraaie bibliotheek met vele kostbare werken, vaak op veilingen aangeschaft.
Na zijn overlijden in 1885 duurt het 16 jaar voor zijn weduwe Ursula Martha Kneppelhout-Van Braam het album schenkt aan de Koninklijke bibliotheek te Den Haag.
In 1944 brandde het huis Hemelse Berg, als gevolg van oorlogshandelingen rond september `44, volledig af en ging het kostbare interieur verloren. Gelukkig was een groot deel van de bibliotheek in 1906 geveild bij het Amsterdamse veilinghuis Frederik Muller & Co.
Drieluik Meester van Delft in Hemelse berg
Tot de dood van Ursula Kneppelhout- van Braam in 1919 bevond zich in het huis Hemelse berg een fraai drieluik van de hand van de Meester van Delft, rond 1500 geschilderd.
De Meester van Delft is de naam voor een Delftse kunstschilder die in de late Middeleeuwen werkzaam was en wiens eigenlijke naam niet bekend is, het gevolg van het feit dat in die tijd de meeste kunstschilders slechts als ambachtslieden beschouwd werden. De Meester van Delft was werkzaam van omstreeks 1470 tot 1520.
Middenpaneel
Het middenpaneel toont Maria met het kind, zittend in de Hortus Conclusus, die is begroeid met witte bloemen. De tuin ligt in een binnenhof, die links en rechts wordt begrensd door gotische architectuur en aan de achterzijde door een muur met kantelen. Behalve Maria en het kind bevinden zich in de tuin drie musicerende engelen, de als oude man voorgestelde Jozef en twee rijk geklede vrouwen. Maria heeft haar blik gericht op de vrouw die rechts voor haar is afgebeeld en haar een witte bloem aanreikt. De linker hand van de vrouw rust op een mandje met bloemen.
Het Christuskind staat op Maria’s schoot en kijkt op naar een visioen dat rechtsboven in de lucht is te zien. In een tent zit God de Vader naast een tafel met lijdenswerktuigen. Het kind ziet aldus zijn toekomstig lijden en sterven.
De vrouw links voor Maria houdt een opengeslagen boek vast en kijkt eveneens in de richting van de hemelse verschijning. In de binnenhof achter de tuin bevinden zich vier vrouwen. De uiterst links voorgestelde vrouw draagt een schaal met een opengebarsten granaatappel. De achtergrond toont een heuvelachtig rivierlandschap met huizen en andere bouwwerken. In het visioen is een tabernakeltent te zien die wordt opengehouden door twee engelen. In de tent zit God de Vader, getooid met tiara.
Op en boven de tafel naast hem zijn de passiewerktuigen en personages uit het passieverhaal weergegeven. Voor de tafel is een geopende rieten mand geplaatst en voor de voeten van de linker engel staat een kom.
De voorname stedelijke architectuur die ook op het middenpaneel is te zien vormt tevens de achtergrond op de beide zijpanelen. Een oude bij een schoonmaakbeurt ooit verdwenen inscriptie op de lijst van het middenpaneel luidde: Dolor meus In conspectu meo semper (Mijn smart staat mij bestendig voor ogen, Psalm 37/38:18).
Linker zijpaneel
Op het linker paneel knielt de opdrachtgever, David van Bourgondië, met gevouwen handen op een bank. Hij was een bastaardzoon van de Bourgondische hertog Filips de Goede en Colette Casteleyn.
Hij was een prachtlievende vorst die het nodige bijdroeg aan de bouw van de Dom te Utrecht.
Achter hem staat zijn patroonheilige, de heilige Martinus, in bisschoppelijk ornaat. Op de koorkap van de bisschop zijn een bebaarde man met kruisstaf en een engel afgebeeld. (Op de achtergrond zijn een man in een loggia en twee zwanen in de slotgracht zichtbaar.)
Rechter zijpaneel
Het rechter zijpaneel toont de vrouw van David van Bourgondië. Achter haar staat de heilige Cunera met de worgdoek om haar hals.
In de linker hand houdt zij een opengeslagen boek. Op het gras achter hen is een hertje zichtbaar dat over zijn schouder kijkt in de richting van de voorstelling op het middenpaneel.
Op de achtergrond een man en een vrouw bij een portiek.
Buitenzijden
De buitenzijden van de luiken tonen twee grisailles van de aankondiging van de geboorte aan Maria. Op het linker paneel is de aartsengel Gabriël voorgesteld, terwijl deze de trap bestijgt. Zijn schaduw is zichtbaar op de achtergrond. Hij richt zich tot Maria op het rechter paneel. Zijn rechter hand wijst omhoog en in de linker hand houdt hij een scepter. Op het rechter paneel zit Maria achter een lezenaar voor een tabernakeltent. Zij houdt haar armen gekruist op haar borst en kijkt in de richting van de engel op het linker paneel.
Veiling 1919
Op de veiling in 1919, waar een deel van de verzameling van Jan Kneppelhout werd geveild, werd het voor fl. 11.110,-gekocht door de collectioneur Michiel Onnes van Nijenrode te Breukelen.
In 1923 liet deze een deel van zijn verzameling veilen bij Frederik Muller/ Mensing te Amsterdam waar de kunsthandelaar J. Goudstikker het voor fl. 13.000,- kocht. (Aan Goudstikker verkocht hij in 1930 ook zijn kasteel Nijenrode.) Deze verkoopt het aan J.H. van Heek te Lonneker die het in 1933 aan het Rijksmuseum schenkt. Sinds 1978, na een bruikleen van het Rijksmuseum aan het Museum Catharijneconvent is het in Utrecht te bewonderen. Het hangt in de refter van het museum.
Schrijf een reactie