Justinus de Beijer komt uit een geslacht van vermogende Nijmeegse regenten. Hij wordt in 1821 geboren als zoon van Jacob Philip de Beijer (1776-1835) en Anna van der Hoop (1792-1829). Het echtpaar kreeg 6 kinderen waarvan Justinus de Beijer de oudste was. Bij de geboorte van het zesde kind, dat 1 dag leefde kwam ook het leven van moeder de Beijer in gevaar en zij overleed 9 dagen na de geboorte van het jongste kind. Van hem is alleen het volgende portret bekend.
Justinus de Beijer was een zeer muzikaal kind en van hem is bekend dat hij meerdere instrumenten bespeelde, waaronder gitaar. Hij studeerde rechten in Utrecht en promoveerde aldaar op 4 juli 1846. Hij huwde in 1847 met Anna Helena baronesse Six (1822-1870). Uit dit huwelijk werden drie zoons en twee dochters geboren. Hij was achtereenvolgens burgemeester en secretaris van Scherpenzeel van 1848 tot 1851, burgemeester van Renkum van 1851 tot 1866 en van Doorwerth van 1851 tot 1856, dit laatste als gevolg van de ” Doorwerthse Quaestie” Op 27 januari 1957, 100 jaar na zijn intrede als burgemeester van Renkum werd een krantenbericht herhaald dat 100 jaar eerder melding deed van het aantreden van de nieuwe burgemeester.
Justinus de Beijer was bij tijd en wijle zeer depressief en pleegde waarschijnlijk, in 1865, zelfmoord. Zijn vrouw stierf 5 jaar later in Nijmegen. Hierdoor werden hun kinderen door de fam. Six opgevoed. Deze waren zozeer verbolgen over het onverantwoordelijk gedrag van Justinus dat ze volstonden met een voor twee van de kinderen (Egbert en Willem) goedkope, zij het nette, opvoeding. Zij volgden de officiersopleiding in Nederlands Indië. Een derde zoon, Justinus, vertrok naar Amerika en zoon Philip naar België. Zijn dochter Elisabeth pleegde in Londen zelfmoord en alleen Anna Maria trouwde op stand met Jan Willem Cramerus. De fam. Six behield de erfstukken van de familie De Beyer waaronder portretten van voorvaders. Justinus de Beijer ligt met zijn echtgenote begraven op de Algemene Begraafplaats Onder de Bomen te Renkum (grafnummer 177). De weg van zijn woonhuis naar de begraafplaats zal niet veel tijd hebben genomen.
Hij huurde de villa waarin hij als burgemeester woonde van C. van Breukelen, een villa die lag op de plek van de huidige woning op Dorpsstraat 167. Later, na het overlijden van de burgemeester De Beijer, werd de villa gehuurd door zekere Hoed. Enige jaren nadien wordt Sanders eigenaar. (Waarschijnlijk was dit de eigenaar van de papierfabriek op Harten. In die jaren droeg hij dit bedrijf over aan zijn stiefzoons.)
Na Sanders waren Mijnlief en Frijling eigenaren. In 1947 werd de oude villa afgebroken en vervangen door het huidige woning.
Lucas Noldus
Ik ben verrast te lezen dat dhr. De Beijer heeft gewoond in villa De Blauwe Spar, waar ik thans woon met mijn gezin. Wij weten niet beter dan dat ons huis in 1872 is gebouwd. Bovenstaand artikel vertelt ons dat Justinus de Beijer in 1865 is overleden. Hoe kan hij dan in villa De Blauwe Spar hebben gewoond?
Overigens ben ik vanzelfsprekend zeer geinteresseerd in alle historische informatie die beschikbaar is over ons huis.
Vriendelijke groet,
Lucas Noldus