Pieter van der Kuil
Hendrik Roodhuyzen werd in 1791 in Leiden geboren als zoon van de timmerman Pieter Roodhuyzen. Hij bleek een studiebol te zijn en werd in later jaren, naast de pedagoog Petrus de Raadt die leiding gaf aan de kostschool “Noorthey” te Voorschoten, een vooraanstaand pedagoog die jaren leiding gaf aan de kostschool voor jonge heren “Het Hemeldal”. Deze school werd in opdracht van J. A. Kallenberg van den Bosch, bewoner van het landgoed “De Hemelse berg” te Oosterbeek, in 1826 gebouwd op de plek van de watermolen aan de Holleweg (Kneppelhoutweg), nabij het kruispunt met de Hoofdlaan.
Leerlingen van de kostschool waren o.a.: Pieter Robide van der Aa, Jan van Eeghen (zoon van C.P. van Eeghen van de “Pietersberg”), de violist Jan de Graan en de schilder/ schrijver Jacob Cremer.
Deze bezoekt de school van 1837 tot 1842. Als in 1866 een reünie plaats vindt van oud-leerlingen ter gelegenheid van het veertigjarig jubileum als kostschoolhouder, heft Cremer het glas op zowel meester Roodhuyzen als op diens echtgenote Hester Baeijenk in het bijzonder voor haar verzorging van zieke leerlingen en haar gaven op culinair gebied. Hij sluit af met een gedicht waarin de volgende passage voorkomt:
Wat stuitte op literair gebied
Den schier onlesb`ren dorst?
Om slachttijd versche balkenbrij
Met meel of leverworst
Na aankoop van “De Hemelse Berg” in 1847 door Jan Kneppelhout liet deze de eerste kostschool afbreken en er een groter gebouw neerzetten, nodig om aan het toenemende aantal leerlingen onderdak te verlenen.
In 1833 wordt er het vierde kind van Roodhuyzen geboren, Hendrik jr. Hendrik Roodhuyzen jr. groeide op in Oosterbeek en legde net als zijn vader een grote studiezin aan de dag. Hij studeerde theologie aan de universiteit van Leiden, waar hij na het a?eggen van het doctoraalexamen in 1858 promoveerde op een proefschrift over de hervormer Gnapheus. In 1859 werd hij beroepen naar de Hervormde Gemeente Brielsch Nieuwland, waar hij, in tegenstelling tot in latere jaren, een onopvallend bestaan heeft geleid. In 1862 volgde de beroeping naar Zaltbommel. Als hervormd predikant was dr. Hendrik Roodhuyzen een van de meest opvallende notabelen van het Zaltbommel van de tweede helft van de 19de eeuw. De nieuwe predikant werd al gauw “de rooie dominee” genoemd, en niet zonder reden. Steeds nam hij het op voor de maatschappelijk minder bedeelden, vooral als hij meende dat het stadsbestuur zich voor hen niet of niet voldoende inspande.
Op 18 december 1870 overlijdt Hendrik Roodhuyzen op 71-jarige leeftijd en wordt begraven op de Oude Begraafplaats aan de Fangmanweg (A059).
Schrijf een reactie