Een man, die in Amsterdam een zeer vooraanstaande positie heeft ingenomen en die mede of eigenlijk alleen al op die grond een levensbeschrijving verdient.
Christiaan Pieter van Eeghen werd op 10 februari 1880 geboren te Amsterdam in het ouderlijk huis op Herengracht 497, als zoon van de bankier Pieter van Eeghen en Maria de Clercq. De jonge Chris van Eeghen toonde zich een duidelijk begaafd kind, een begaafdheid die in de hele familiekring grote verwachtingen opwekte. Overigens een menselijk wat geïsoleerde figuur, die contacten met tijdgenoten noch zocht noch vermeed. Een beetje gevreesd was hij wel, want zijn tong was scherp en zijn kritiek meestal juist en vrij ongezouten. Grote gastvrijheid heeft hij als kind ondervonden van de tantes Van Eeghen Cateau en Marie, die in Amsterdam aan de Herengracht woonden en een groot deel van het jaar doorbrachten op het buiten “De Pietersberg” in Oosterbeek, door grootvader C. P. van Eeghen omstreeks 1860 aangekocht.
Hoewel president-commissaris van het Algemeen Handelsblad, was de heer Van Eeghen tot vrijwel de dag van zijn dood een trouw lezer van het Vrije Volk en, wat misschien nog meer aanspreekt, in zijn studententijd redacteur van Propria Cures. Hij apprecieerde aristocraten, maar lachte ook weer om hen. Dat was, denk ik, een stuk deftige doopsgezinde traditie en zo was zijn houding tegenover monarchen en hoog adellijke figuren weleens wat ambivalent.
Op 5 april 1906 huwt hij te Amsterdam met Henriette Heldring, dochter van Louis Heldring die de villa “Rijnheuvel” bewoonde. Louis Heldring was gehuwd met een dochter van C.P. van Eeghen van de “Pietersberg”, de grootvader van de hier beschreven C.P. van Eeghen.
Uit dit huwelijk worden 6 kinderen geboren, Louise geboren 9 april 1907 te Amsterdam , Geertrui Margaretha geboren 24 december 1908 , Pieter geboren 28 juni 1911, Isabella Henriette geboren 3 februari 1913, Catharina geboren 13 augustus 1917 en Christiaan Pieter geboren 20 november 1921.
C.P. van Eeghen sr. studeerde rechten aan de UVA. In 1906 promoveerde hij op het proefschrift “Het rechtskarakter van den naam naar Nederlansch recht”.
Hij begon zijn werkzaam leven op het kantoor van Van Eeghen & Co., werd in 1907 procuratiehouder en in 1908 firmant van het handelshuis. Als zodanig bleef hij werkzaam tot eind 1924. Op 1 Jan. 1925 werd hij directeur van de Nederlandsch Indische Handelsbank N.V. Hij had vele nevenfuncties. Zo was hij voorzitter van de afdeling Grootbedrijf, van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Amsterdam, lid van de Tariefcommissie, voorzitter van het College van Curatoren van het Seminarie der Algemeen Doopsgezinde Sociëteit, voorzitter van de Vereniging tot Aanleg van een Rij- en Wandelpark (Vondelpark) te Amsterdam.
In 1864 nam een groep particulieren het initiatief voor de aanleg van een rij- en wandelpark nabij het ‘Leidsche Bosch’, met als stuwende kracht zijn grootvader C. P. van Eeghen.
Daartoe werd de ‘Vereeniging tot Aanleg van een Rij- en Wandelpark’ opgericht. Voor dit doel kocht de ‘Vereeniging’ moeras en weilanden aan, die al deels bestemd waren voor de aanleg van een station van de Staatsspoorwegen. De architecten J. D. en L. P. Zocher kregen de opdracht om een ontwerp te maken. Particulieren leverden met hun lidmaatschap van de Vereeniging allemaal een bijdrage, om de aanleg van het rij- en wandelpark te realiseren en te onderhouden.
In 1939 verscheen van zijn hand “De tuin van Amsterdam. Wat er leeft in het Vondelpark”. In hetzelfde jaar, bij het 75-jarig jubileum van de Vereniging, werd op 14 april 1939 een monument onthuld door de voorzitter van de Vereniging mr. Chr. P. van Eeghen, een fraaie bank met de namen van de initiatiefnemers. Deze werd in 1960 vervangen door de huidige bank.
Op de foto hieronder wordt de akte van overdracht van het Vondelpark van de Vereniging naar de gemeente Amsterdam in 1953 ondertekend door Chr. P. van Eeghen, voorzitter van de Vereniging en door burgemeester Mr. Arnold Jan d’Ailly (burgemeester van Amsterdam van 1946 tot 1956).
Ook was hij bestuurder van de Vereniging ten behoeve der Arbeidersklasse, bestuurder van het Nederlands Kanker- Instituut en van verschillende instellingen op gebied van kerk, filantropie en kunst. Ook was hij lid van de Raad van Beheer van de Centrale Trust Compagnie, voorz. van de Raad van Beheer van de N.V. Koninklijke Hollandse Lloyd, president-commissaris van de Incasso-Bank, de Holland Bank, het Algemeen Handelsblad, de Verzekering-Mij. „Vesta”, commissaris van de Algemene Nederlands- Indische Electriciteits Maatschappij, de Rubber Cultuur Maatschappij „Amsterdam”, de Nederlandsche Bank voor Zuid Afrika, de Hollandsche Hypotheekbank, de Hollandsche Sociëteit van Levensverzekeringen en de Stikstofbindingsindustrie„Nederland”.
Van Eeghen was net als zijn vader en grootvader kunstverzamelaar, met een voorliefde voor kunst op papier. Zijn kennis van zaken werd hier bijna wetenschap en ging in sommige opzichten boven wetenschap uit. Ook hier blijkt weer zijn talent en belangstelling voor de eigen verzameling. De nagelaten collectie is beroemd, ten dele uit de familie De Clercq afkomstig, maar voor het grootste deel door Van Eeghen zelf met grote detailkennis verzameld.
Hij overleed 28 juli 1968 te Amsterdam.
Schrijf een reactie