[vc_row][vc_column width=”1/1″][rev_slider_vc alias=”Sanatorium-Dennenrust”][/vc_column][/vc_row]
Dokter C.Th. Haverkorn van Rijsewijk start Sanatorium “Renkum”
[vc_row][vc_column][vc_column_text]Dokter C.Th. Haverkorn van Rijsewijk startte in de jaren ’20 van de vorige eeuw met het Sanatorium “Renkum”voor longlijders.[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column width=”1/1″][vc_gallery type=”flexslider_fade” interval=”10″ images=”357,356,355″ onclick=”link_image” custom_links_target=”_self” img_size=”full”][/vc_column][/vc_row]
TBC Bestrijder – Dokter C.Th. Haverkorn van Rijsewijk
[vc_row][vc_column][vc_column_text]Een tbc-bestrijder van het eerste uur (1873-1941) door Annelies Hoogmoed
Toen er in 1946 geld voor de wederopbouw beschikbaar was, werden er ten behoeve van de volkswoningbouw nieuwe straten in Renkum aangelegd. Een van die straten werd genoemd naar dokter C. Th Haverkorn van Rijsewijk een man die 40 jaar lang prominent bij het Renkumse dorpsbeeld had gehoord: huisarts-apotheker, tbc-specialist en geneesheer-directeur van zijn eigen sanatorium voor longlijders, gemeenteraadslid en wethouder en oprichter van de afdeling Renkum van het Groene Kruis.
In 1902 vestigde de toen 29-jarige Karel Haverkorn van Rijsewijk zich met zijn vrouw in Heelsum en begon met het opbouwen van zijn huisartsenpraktijk en met het oprichten van een in Renkum te bouwen herstellingsoord (sanatorium) voor longlijderessen. Vier jaar na zijn komst in Heelsum neemt hij plaats in de gemeenteraad (1906) van Renkum. Hij blijft 25 jaar raadslid waarvan 12 jaar tevens wethouder (vanaf 1919). Bijna 40 jaar lang – zijn hele werkzame leven – blijft hij in Renkum huisarts en tbc-specialist. Hij overlijdt op 67 jarige leeftijd in 1941. (in memoriam NVTG)
Dokter Haverkorn van Rijsewijk was een man van een bijzonder kaliber. Ieder die hem gekend heeft noemt steevast de onbeperkte energie waarover hij leek te beschikken.[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row][vc_row css=”.vc_custom_1416479725067{margin-bottom: 30px !important;}”][vc_column width=”1/1″][vc_single_image image=”357″ alignment=”center” border_color=”grey” img_link_target=”_self” img_size=”full”][/vc_column][/vc_row][vc_row css=”.vc_custom_1416479730585{margin-bottom: 30px !important;}”][vc_column width=”1/1″][vc_single_image image=”356″ alignment=”center” border_color=”grey” img_link_target=”_self” img_size=”full”][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column width=”1/1″][vc_single_image image=”355″ alignment=”center” border_color=”grey” img_link_target=”_self” img_size=”full”][/vc_column][/vc_row]
Hotel Dreyeroord sluit oktober 2014 haar deuren
[vc_row][vc_column width=”1/1″][vc_single_image image=”224″ alignment=”center” border_color=”grey” img_link_target=”_self” img_size=”full”][/vc_column][/vc_row]
Hotel Dreyeroord, aan de Graaf van Rechterenweg in Oosterbeek, is per 1 oktober 2014 gesloten. Het hotel, dat al 66 jaar in handen was de familie Van der Straaten, stond, samen met een vijftal bouwkavels, sinds 1 mei 2014 te koop, tezamen het Plan Dreijen. Het hotel met onderliggende grond is in 2016 gekocht door Amvest die er met als exploitant De Drie Gasthuizen te Arnhem een tehuis voor dementerenden wil vestigen.
Het voornemen van Van der Straaten was met de opbrengst van de 5 bouwkavels geld te genereren om de nodige verbouwing van het hotel te financieren, een verbouwing die het gerenommeerde familiehotel 21 ste-eeuws comfoor zou hebben gegeven. Sinds 2003 was Arjen van der Straaten al bezig met deze zaak en na de wisseling van de wacht zijn zoon Jan Willem van der Straaten.
Een viertal omwonenden waren namelijk fel tegen het plan om woningen op de kavels te bouwen gekant. Het conflict liep zo hoog op, dat tot aan de Raad van State toe werd geprocedeerd.
Na 10 jaar strijden was er eindelijk een akkoord die bouwen mogelijk zou maken, maar de crisis, inclusief een instortende woningmarkt, kwamen voorbij en maakten bouwen en verkoop onmogelijk. De hotelmarkt veranderde en er kwam meer concurrentie bij. Het leidde er toe dat Jan Willem van der Straaten moest besluiten om het hotel per 1 mei te koop te zetten en per 1 oktober de deuren te sluiten.
De nieuwe eigenaar, Amvest, wil het bestemmingsplan gewijzigd zien zodat een woonzorgcentrum ter plekke kan worden gerealiseerd. Ondanks protest van o.a. de “Werkgroep Behoud Dreyeroord” zal het voormalig hotel vermoedelijk worden afgebroken daar handhaving van een deel van de voorgevel, volgens Amvest, niet is in te passen in een nieuw te ontwerpen zorgcentrum en het gehele pand handhaven niet mogelijk is door de eisen die gesteld moeten worden aan een zorgcentrum. Heemkunde Renkum heeft aandacht gevraagd voor de geschiedenis die aan de plek verbonden is en met nadruk gewezen op een passende wijze waarop die geschiedenis aan belangstellenden ter plekke kan worden uitgelegd.
(Zie ook de geschiedenis van Dreijeroord, een fameus familiehotel)
Anna Henriëtta Wolterbeek (1834 – 1905)
[vc_row][vc_column width=”1/2″][vc_single_image image=”220″ border_color=”grey” img_link_target=”_self” img_size=”full”][/vc_column][vc_column width=”1/2″][vc_column_text]
Pieter van der Kuil
Anna wordt 1 oktober 1834 in Amsterdam geboren als vierde kind van Robert Daniel Wolterbeek en Henrietta Maria Anna Meijer. Haar vader was o.a. directeur van De Nederlandse Bank. Al vroeg geeft zij blijk van kunstzinnige aanleg en volgt een opleiding tot kunstenares, vermoedelijk bij Pierre Louis Dubourcq (1815-1873). Deze was na een succesvolle carrière als schilder van vooral landschappen vanaf 1858 directeur van een verzekeringsmaatschappij en bevriend met de vader van Anna.
Een opleiding op een atelier was voor dames de enige mogelijkheid om schilderes te worden, daar zij pas vanaf 1861 werden toegelaten tot de tekenscholen. Toch was een kunstzinnige vorming een belangrijk aspect aan de opvoeding van meisjes van stand.[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column width=”1/1″][vc_column_text]Dat haar kwaliteiten hoog werden ingeschat blijkt uit het lidmaatschap van de Academie dat, blijkens een getuigschrift in het archief van Heemkunde Renkum, haar in 1865 toeviel. Zij was daarmee een van de eerste vrouwelijke leden van deze Academie.[/vc_column_text][vc_single_image image=”203″ alignment=”center” border_color=”grey” img_link_target=”_self” img_size=”full”][vc_column_text]Op foto hierboven zien we leerlingen van Anna Wolterbeek in de oranjerie van huis Valkenburg, een plek die zij als atelier gebruikte. Haar vele Braziliaanse taferelen zijn in deze ruimte ontstaan.
Zo zijn van haar hand bekend een hoekje in een Braziliaans oerwoud en een gezelschap aan de oevers van een Braziliaanse rivier. Naar we mogen aannemen is zij echter nooit in Brazilië geweest.
Staand derde van links haar nichtje Petronella Anna Henrietta Maria (1868), dochter van haar broer Dirk Jacob, suikerplanter te Indië. Deze had daar een verhouding met de inlandse Djasmina bij wie hij twee kinderen kreeg, naast Anna, Dirk Jacob (1869). Na de dood in 1870 van hun vader liet Robert Daniel Wolterbeek de kinderen uit Indië overkomen naar Oosterbeek en brachten zij hun jeugd door op Valkenburg. Vanaf 1883 had Anna de zorg over hen. Deze foto is rond 1885 gemaakt.
Robert Daniel, Henrietta Maria Anna Meijer, Anna Henrietta Wolterbeek en Dirk Jacob jr. liggen met 9 andere Wolterbeeken begraven in een familiegraf op de Oude Begraafplaats aan de Fangmanweg te Oosterbeek. Het huis Valkenburg werd in de jaren `70 van de twintigste eeuw gesloopt en het perceel, dat liep tot aan het landgoed de Lage Oorsprong, verkaveld.
Hieronder ook twee portretten van zussen van Anna Wolterbeek, door haar in pastel vastgelegd.[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column width=”1/2″][vc_single_image image=”212″ border_color=”grey” img_link_target=”_self” title=”Marianne Antoinette Wolterbeek” img_size=”full”][/vc_column][vc_column width=”1/2″][vc_single_image image=”211″ alignment=”right” border_color=”grey” img_link_target=”_self” title=”Margaretha Johanna Christina Wolterbeek” img_size=”full”][/vc_column][/vc_row]
Maria Philippina Bilders-van Bosse
[vc_row][vc_column width=”1/1″][vc_column_text]Net als haar Oosterbeekse vriendin Anna Wolterbeek kwam Maria van Bosse uit een vooraanstaande familie. Haar vader Pieter Philip van Bosse (1809- 1879) was menigmaal minister van Financiën.
In huize Van Bosse aan de Oude Molenstraat te Den Haag stonden kunst en muziek in hoog aanzien en het wekt geen verbazing dat Maria later voor het schilder-schap kiest.
Zij kreeg, net als Anna Wolterbeek, haar opleiding op een atelier van een vooraanstaand schilder, zij bij Hendrik van de Sande Bakhuyzen. Ook mocht zij zich verheugen in de aandacht die Johannes Bosboom aan haar opleiding tot schilderes gaf.[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column width=”1/1″][vc_column_text]In 1870 breekt zij door als zij, door bemiddeling van Johannes Bosboom, bij de kunsthandel Goupil een schilderij in de etalage mag plaatsen. In 1874 en 1875 volgt zij lessen aan de Haagse Academie voor Beeldende Kunst.
In 1875 leert zij de schilder Johannes Warnardus Bilders kennen, die zijn eerste vrouw Frederike Staudenmayer, moeder van de schilder Gerard Bilders, in 1861 had verloren aan t.b.c., een ziekte waaraan ook Gerard en zijn zus Caroline, getrouwd met de schilder Jan de Haas, 4 jaar later zouden overlijden. Bilders woont dan aan de Prinsengracht. Zij raakt onder de indruk van zijn passie voor de natuur en maakt met hem een studiereis naar Vorden. Steeds hechter wordt de band maar pas na de dood van haar vader, die zij gedurende zijn laatste jaren verzorgde, trouwt zij in 1880 met Bilders. Als getuigen bij het huwelijk treden Hendrik Mesdag en Johannes Bosboom op.
In 1882 vestigt het echtpaar zich in Rozenhage aan de Benedendorpsweg te Oosterbeek, een woning die Jan Kneppelhout hen ter beschikking stelde.In 1882 krijgt Bilders hartklachten en Maria probeert hem actief te houden door vele schilders op Rozenhage uit te nodigen.
[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column width=”1/1″][vc_column_text]Op 29 oktober 1890 sterft Bilders aan de gevolgen van een longontsteking. Hij wordt begraven op de Oude Begraafplaats aan de Fangmanweg. In 1891 maakt Maria een houtskooltekening van het graf waarin zij in 1900 zou worden bijgezet. De laatse 9 jaar van haar leven woont zij aan het Alexanderplein in Den Haag in het huis waar Anton Mauve enige tijd een atelier had. Geplaagd door reumatische pijnen bezoekt zij in 1900 Wiesbaden voor een kuur. Daar loopt zij een enkelbreuk op en wordt opgenomen in een ziekenhuis waar zij op 11 juni 1900 overlijdt. Namens de Haagsche Kunstkring legt Theophile de Bock een krans op het graf en spreekt namens de kunstenaarsvereniging Pulchri Studio Hendrik Mesdag.[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row]