Dit transformatorhuisje bevindt zich in het bos tussen de kernen Kievitsdel en Doorwerth en is gesitueerd op de zuidwestelijke hoek van de Van der Molenallee en de Baron van Brakelllaan. De brede voorgevel met de stalen deur van de hoogspanningsruimte is gericht naar de Van der Molenallee. De houten deur van de laagspanningsruimte bevindt zich in de smalle gevel aan de Baron van Brakelllaan. Het trafohuisje is tussen 1920 en 1930 in opdracht van de P.G.E.M. gebouwd naar een ontwerp van architect G. Versteeg in zakelijk expressionistische bouwtrant (type G4L). Het oorspronkelijke hekwerk is vervangen.
Omschrijving
Het betreft een transformatorhuisje op rechthoekig grondplan. Het flauw hellende schilddak heeft een fors overstek van beton. De in rode baksteen opgetrokken gevels zijn in halfsteens verband gemetseld. Op de vier hoeken zijn delen van de gevels zwart geteerd. Deze zwarte geveldelen hebben een rand van uitgemetselde gele bakstenen en worden horizontaal geleed door om de vier baksteenlagen telkens één uitgemetselde laag van gele bakstenen aan te brengen. Rechts van het midden bevindt zich in de asymmetrisch ingedeelde voorgevel de ingang met stalen deur van de hoogspanningsruimte. De ingang met houten deur van de laagspanningsruimte bevindt zich in het midden van de symmetrisch ingedeelde linker zijgevel. De blinde achter- en rechter zijgevel zijn symmetrisch ingedeeld. De gevels worden afgesloten door een architraaf en een terugliggend fries. De architraaf bestaat uit drie lagen geteerde bakstenen die gevat zijn tussen een uitgemetselde baksteenlaag (onder) en een uitgemetselde rollaag (boven), beide uitgevoerd in gele baksteen. In de architraaf zijn brede muuropeningen uitgespaard met vijf glazen bouwstenen of (in de bovenlichten) metalen roosters. Het terugliggende fries heeft op de vier hoeken – corresponderend met de eerder genoemde zwarte geveldelen – vijf uitgemetselde en zwart geteerde lagen baksteen. In het fries zijn luchtroosters aangebracht. De gevels worden afgesloten door een uitgemetselde rollaag. De kleuren zwart en geel in het metselwerk verwijzen naar de Gelderse kleuren.
Waardering
– Van architectuurhistorische waarde als goed en gaaf bewaard gebleven voorbeeld van een veelvuldig en in meerdere varianten door de P.G.E.M. uitgevoerd trafohuisje uit de periode 1920-1930 naar ontwerp van architect G. Versteeg in zakelijk expressionistische bouwtrant. Het object valt op door de hoogwaardige esthetische kwaliteiten van het exterieur, zoals de plasticiteit van de gevels (uitgemetselde banden, terugliggende geveldelen) en het bijzondere kleurgebruik (combinatie van zwart en geel als verwijzing naar de Gelderse kleuren).
– Van cultuurhistorische waarde als goed voorbeeld van een functioneel en destijds betrekkelijk nieuw gebouwtype ten behoeve van de elektriciteitsvoorziening, in combinatie met de opmerkelijk rijke verschijningsvorm van de eerste generatie trafohuisjes. Als zodanig is deze trafo van belang voor de typologische ontwikkeling van het transformatorhuisje en van belang als herinnering aan de elektrificatie van de gemeente Renkum.
Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Schrijf een reactie