In 1912 laat Jan Herman van Eeghen aan de Van Eeghenweg het huis “de Hoeve” bouwen naar een ontwerp van de Haagse architect Samuel de Clercq (1876-1962), neef van Van Eeghen. Het is een in de Gooise landhuisstijl opgetrokken villa, een stijl die zijn neef Christaan (Chris) Pieter van Eeghen (1880-1968) wel beviel en toen deze in 1916 uit de omvangrijke grond eigendommen van de familie Van Brakell van Wadenoyen van Doorwerth het grote perceel Laag Wolfheze kocht, maar liefst 240 ha., werd er door Samuel de Clercq ook voor Chris van Eeghen een huis in die stijl ontworpen, het nog steeds bestaande huis “Laag Wolfheze”.
Door de Oosterbeekse landschapsarchitect Samuel Voorhoeve (1880-1948) werd de onmiddellijke omgeving van het huis als landschapstuin ingericht naar een ontwerp dat hij in 1919 maakte.
Op onderstaande foto is het huis in aanbouw en figureren de architect, de landschapsarchitect en het echtpaar Van Eeghen met hun kinderen (v.l.n.r.) Isabella Henriette (1913-1996), ), Piet (1911-1968) en Geertruida Margaretha (1908-heden). Voorts de aannemer met enige werknemers.
Na oplevering van het huis in 1920 ging Samuel Voorhoeve aan de slag met de inrichting van het landschap rond het huis. Kort na aanvang van zijn werkzaamheden werd de volgende foto gemaakt.
Onderstaande foto laat de situatie in 2014 zien. Het huis is nog steeds in handen van de familie Van Eeghen die het als vakantiehuis gebruiken.
De stichting “Stichting Buitenplaats Laag Wolfheze”, opgericht bij notariële akte van 13 december 2002 is gevestigd te Doorwerth (gemeente Renkum) en is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel voor Centraal Gelderland te Arnhem onder nr 09132122.
Het doel van de stichting is volgens art. 2 lid 1 van haar statuten het instandhouden van het landgoed “Huis Laag Wolfheze” te Wolfheze (gemeente Renkum) en voorts al hetgeen met een en ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin van het woord. Volgens art. 2 lid 2 van haar statuten tracht de stichting dit doel te bereiken door fondsen te verwerven ter financiering van het onderhoud en de instandhouding van het landgoed, één en ander zoveel mogelijk in overeenstemming met de bedoeling van de Natuurschoonwet.
Zie voor meer informatie, www.buitenplaatslw.nl
De Historische buitenplaats “Laag- Wolfhezen” bestaat uit de volgende van rijkswege beschermenswaardige onderdelen:
- Landhuis
- Historische tuin- en parkaanleg
- Toegangshek
Het complex is vanaf 1919 tot stand gekomen als zomerverblijf voor de Amsterdamse familie mr. Chr.P. van Eeghen (1880-1968). De familie van Eeghen trok rond 1820 van buitenplaatsen in Heemstede (Knapenburg) en aan de Vecht (Vrederust) naar Oosterbeek. Vanaf deze tijd vestigden zich hier families als Kneppelhout, Verhuell, Robidée van der Aa, Van Lennep, Heldring, Van der Hoop en Van Vloten. Het onder invloed van de Gooise Landhuisstijl in 1920 gebouwde landhuis werd in 1919 ontworpen door de Haagse architect ir. S. de Clercq. Kenmerkend voor deze bouwstijl is de combinatie van invloeden uit de Engelse landhuisbouw met invloeden van de landelijke bouwkust uit het Gooi. Voor wat betreft Laag Wolfhezen zouden er met name sprake zijn van invloeden van het werk van de bekende Engelse architect E. Lutyens. Dit conform de opdracht tot het bouwen van een landhuis in Engelse trant. De compositie van de voorgevel verraadt ook invloeden van het werk van de Engelse architect Ch. Voysey. Daarnaast is er echter ook sprake van de reeds eerder genoemde bouwkunst uit het Gooi die architecten als H.P. Berlage en K.P.C. de Bazel in de jaren tien van de twintigste eeuw mede als basis zou dienen voor een nieuwe Nederlandse landhuistijl die voor wat betreft de plattegronden, hall en haardpartijen hoofdzakelijk Engels geïnspireerd is. Deze bouwstijl werd later verder ontwikkeld door architecten als J.W. Hanrath en de S. de Clercq. De fraaie tuin- en parkaanleg in de zogeheten Gemengde tuinstijl (waarbij de Landschapsstijl domineert) naar een ontwerp uit 1919 van de Oosterbeekse tuinarchitect S. Voorhoeve (1880-1948) is een van de belangrijkste bewaard gebleven voorbeelden van zijn werk. Voorhoeve was bij de aanleg en het onderhoud gedurende lange tijd betrokken n.l. van 1919-1937 en van 1940-1944. Het landgoed was oorspronkelijke aanzienlijk groter en grensde in het noordwesten aan de gemeente Ede. De aan de noord- en westzijde van het landgoed afgestoten terreinen zijn nu eigendom van natuurmonumenten. Het buiten bevindt zich even ten noordoosten van de bebouwde kom van Doorwerth, en is gesitueerd temidden van een groot park ten noorden van de Utrechtseweg. Het buiten is gelegen op een licht hellend terrein waarbij het landhuis lager gelegen is dan de Utrechtseweg doch hoger dan het achterliggende terrein. Kenmerkend voor dit grote buitenhuis zijn o.a. de gevarieerde hoofdvorm met uitbouwen en een samengesteld rieten dak; de markante schoorstenen: veranda’s, balkon, loggia als schakels tussen huis en tuin: de variatie in venstertypes; de vrije indeling van de plattegrond met merendeels gaaf bewaarde vertrekken van verschillende grootte en elk met een specifieke functie. De woonvertrekken zijn aan de uitzichtzijde gesitueerd. Vanaf de Utrechtseweg leidt een gebogen dalende, met rododendrons beplante, oprijlaan naar de hoofdentree in de voorgevel. De voorgevel vormt een breed front aan een onverhard cirkelvormig voorplein. Een aftakking van de oprijlaan leidt naar de achterzijde van het huis. Aan de ingangszijde is het huis ingepakt in een border van o.a. taxus en buxushagen in verschillende vormen. Aan de andere zijden zorgen de veranda’s en het hieronder aangelegde terras voor een open overgang naar het lager gelegen park.
Complexwaardering
-Van architectuurhistorische waarde vanwege het landhuis dat een, zowel voor wat betreft het exterieur als het interieur, uitzonderlijk gaaf bewaard en representatief voorbeeld is van een groot zomerverblijf in de Gooise Landhuisstijl, waarbij overwegend sprake is van invloeden uit de Engelse landhuisbouw. Het huis is van belang wegens de hoogwaardige (esthetische) kwaliteiten van het ontwerp, zoals deze tot uitdrukking komen in de voor deze bouwtrant kenmerkende gevarieerde hoofdvorm, het schilderachtige silhouet met de dominerende schoorstenen, de relatie met de omgeving in de vorm van veranda’s, loggia en balkon, de vrije plattegrond met dienst- en woonvertrekken en een grote differentiatie aan vertrekken en functies. Het pand heeft een bijzonder gaaf bewaard interieur met een groot aantal oorspronkelijke elementen, zoals diverse door kasten omgeven haardpartijen waarbij de vormgeving is aangepast aan de functie van de betreffende kamer, tegelvloeren, keukenkasten, aanrechten en een stortkoker voor de was. Het landhuis is tevens van belang voor het oeuvre van ir. S. de Clerq als een der beste bewaarde voorbeelden van een door hem ontworpen landhuis.
-De zeer fraaie tuin- en parkaanleg is van tuinarchitectuurhistorische waarde als goed voorbeeld en is van belang voor het oeuvre van de tuin- en landschapsarchitect S. Voorhoeve (1880-1948). De tuin- en parkaanleg is een goed en zeldzaam voorbeeld van de door Voorhoeve eigen wijze gehanteerde Gemengde tuinstijl waarbij de Landschapsstijl domineert en is der best bewaarde voorbeelden in Nederland van zijn werk.
-Van stedenbouwkundige waarde wegens de markante situering op een hellend terrein tussen Doorwerth en Wolfhezen dat onderdeel uitmaakt van een voor de periode 1850-1940 in de gemeente Renkum kenmerkend bebouwingspatroon bestaande uit een lint van verspreid liggende
villa’s en landhuizen aan de Utrechtseweg: de langgerekte ‘ruggegraat’ die de kernen Renkum, Heelsum, Doorwerth en Oosterbeek aan elkaar rijgt.
-Van cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van een voor de gemeente Renkum kenmerkende sociaal-maatschappelijke ontwikkeling tussen 1850 en 1940, namelijk de aanleg van buitenplaatsen en de bouw van villa’s als zomerverblijf of voor permanente vestiging van welgestelden in fraaie landelijke gebieden ir de omgeving van een stad: in casu een buiten in het geaccidenteerde er bosrijke gebied van de zuidelijke Veluwezoom nabij Arnhem. Het landhuis is voorts van belang voor de typologische ontwikkeling van het landhuis en de villa in Nederland gedurende het interbellum.
Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Schrijf een reactie